Play therapy. A psychodynamic primer for the treatment of young children
Steeds minder behandelaars komen nog toe aan de uitvoering van psychodynamische speltherapie, al heeft deze een lange klinische en wetenschappelijk gefundeerde traditie. Maar na lezing van dit boek is er gerede kans dat de behandelaar de kleurpotloden, het poppenhuis en het dartbord weer in de spreekkamer wil installeren!
De auteurs nemen beginnende en gevorderde kindertherapeuten op zeer instructieve wijze mee in de wondere wereld van spelen met de werkelijkheid. Door een kind non-directief te volgen en zich te laten gebruiken als ontvanger van moeilijk te verdragen rollen en gevoelens, nauw aansluitend bij het ontwikkelingsniveau, wordt de behandelaar snel deelgenoot van de binnenwereld van het kind.
Zo begint het boek met een vignet over de 6-jarige Sophia, die in de overgang naar de basisschool achterstanden oploopt, terwijl ze tot dan toe evenwichtig opgroeide. Ze draagt de therapeut op om een somber gekleurde bruine bloem te tekenen, terwijl ze zelf vrolijke, felle kleuren mag gebruiken. De therapeut speelt mee als ze wordt gedwongen om bij Sophia af te kijken, die dan hevige verontwaardiging veinst en tot slot een hoofdmeester ten tonele voert die oordeelt dat zij een stickertje heeft verdiend en de therapeut natuurlijk niet. De faalangst, moeite met regels en geheimen van volwassenen, maar ook de behoefte aan herstel van orde zijn in deze korte sequentie al te ontwaren.
Het boek bestaat uit twee delen. In het eerste deel wordt de theoretische basis systematisch behandeld, terwijl elk hoofdstuk begint met een vignet, dat steeds dient als concreet voorbeeld van de uitgewerkte concepten. Elk hoofdstuk eindigt met een samenvatting, key points en definities.
Speciale aandacht gaat uit naar digitaal spel, zoals World of Warcraft, dat je een beetje moet kennen, wil je niet de aansluiting bij je adolescente patiënt missen. Ook als er sprake is van autismespectrumstoornis, posttraumatische stressstoornis of adhd is er een plek voor speltherapie als een vorm van ontwikkelingshulp, omdat basale egofuncties en het vermogen tot symboliseren aangedaan zijn. Soms is het dan eerst aangewezen om een kind uit repetitief of chaotisch – traumatisch –- spel te verlossen.
Het tweede deel behandelt principes bij het opstarten van een eigen praktijk, vormgeving aan ouderbegeleiding en toont de finesses van verdiepende therapeutische technieken. Ook gaan auteurs in op lastige situaties zoals een kind dat de behandelkamer uitvlucht of dat seksuele scènes wil uitspelen. Steeds wordt duidelijk hoeveel tact en geduld er nodig zijn om het proces te laten ontvouwen en het onbewuste te laten spreken.
L. Dil, psychiater en psychoanalytisch psychotherapeut voor jeugd en volwassenen, Amsterdam