Na de psychoanalyse. Een terugblik
‘De meest hinderlijke symptomen kunnen heden ten dage ook in kortere tijd tot verdwijnen gebracht worden door een combinatie van pillen en praten. Dat is dus een vooruitgang, maar jammer is het ook. Jammer, want het is een weldadige ervaring zich vrijuit te kunnen spreken.’ (p. 8).
Dit citaat van de redacteur van dit boekje, psycholoog-psychoanalyticus en emeritus bijzonder hoogleraar Godsdienstpsychologie te Leiden, vat in een nutshell het doel van dit boekje samen. Aan de hand van de beschouwingen van personen die op hun analyse terugblikken, wil de redacteur aantonen dat deze zogezegde dinosauriër onder de psychotherapieën niets aan actualiteit en kracht heeft ingeboet.
Een aantal bekende Nederlanders komen aan het woord. Direct zoals Adriaan van Dis en indirect zoals Vasalis. Dit laatste aan de hand van haar biografe Maaike Meijer, die verder in het boek eveneens over haar eigen analyse spreekt. Het verhaal van het getormenteerde leven van Vasalis grijpt sterk aan. Zeker als blijkt dat op een belangrijk moment in haar leven haar psychoanalyticus haar in de steek laat. Taboes worden niet uit de weg gegaan. De analyse waarbij een analyticus zelf een grens overschreed, is er een voorbeeld van. Ook een analysant van Stroeken zelf komt aan het woord. Een hoofdstuk over enkele kernbegrippen van psychoanalyse én een interview met Stroeken himself ronden dit aangenaam leesbaar boekje af.
Waar komen de nabeschouwingen op neer? Ten eerste, zowat iedereen vindt dat hij of zij er iets heeft aan gehad. Ten tweede, ze blikken met mildheid en menselijkheid terug op de analyse respectievelijk analyticus. Zoals Stroeken zijn carrière gestart is met het onthullen wie nu de mensen van vlees en bloed achter de bekende casussen van Freud waren (Freud en zijn patiënten), beschrijft hij nu personen die zich in een psychoanalytische kuur engageerden en hoe dit hun levensweg diepgaand heeft beïnvloed. Meer dankzij dan ondanks.
M. Calmeyn, psychiater, Loppem