Clinical manual of child and adolescent psycho-pharmacology (3de ed.)
Met dit boek is niets mis: in negen degelijke en goed gedocumenteerde hoofdstukken beschrijven ‘de’ grote Amerikaanse experts de state of the art van farmacologische interventies bij de grote syndromen zoals die bij kinderen en jeugdigen worden gezien. Zo passeren adhd, gedrags- en angststoornissen, depressie, de bekende Amerikaanse ‘bipolaire’ stoornissen, autismespectrumstoornissen, tics, psychose en eetstoornissen de revue. Allemaal zeer actueel en uitvoerig bijgewerkt.
Als je bijvoorbeeld naar het hoofdstuk over autisme kijkt, worden, naast atypische antipsychotica en ssri’s, ook alfa-adrenerge agonisten, stimulantia, selectieve norepinefrine-re-uptakeremmers, bèta-adrenerge antagonisten, cholinesterase-inhibitoren, glutaminemiddelen en D-cycloserine besproken: dus aan actualiteit en informatie geen gebrek. Maar kinderen en adolescenten hebben dit soort boeken niet gelezen. De meeste patiënten houden zich maar matig aan de geclassificeerde stoornissen. Zij vertonen combinaties en dan ook nog samen met andere afwijkingen waarvoor ze medicatie slikken zoals epilepsie, astma en andere. Als clinicus zit je dan met je handen in het haar. Je zou dan hopen dat een boek als dit je een aantal praktische handvatten aanreikt waar je je voordeel mee kunt doen.
Daarnaast is het zo dat alle beschreven ontwikkelingsstoornissen per levensfase verschillen qua klinisch beeld, maar ook qua behandelaanpak en beleid. Deze praktische beschouwingen worden zeker wel genoemd, maar vooral alleen maar aangestipt in een zeer compact eerste hoofdstuk. Hierin komen farmacokinetiek en metabolisme aan de orde met uitgebreide tabellen van interacties rondom het cytochroom P450-
enzym. Zeer summier wordt de ethiek van het voorschrijven van medicatie aan kinderen en adolescenten besproken (goede informatie en instemming en bevorderen therapietrouw).
Voor de niet-Amerikaanse lezer zijn de lange lijsten van door de Food and Drug Administration (fda) gedefinieerde indicaties van psychofarmaca minder relevant, of juist wel omdat die deels afwijken van de richtlijnen van de European Medicines Agency (ema) en ook weer van die van het College ter Beoordeling van Geneesmiddelen (cbg). Kortom, een zeer gedegen en informatief boek, dat helaas als klinisch handboek tekortschiet.
R. van der Gaag, kinder- en jeugdpsychiater, Nijmegen