Zelfcontrole bij volwassenen met autisme. Omgaan met boosheid, onrecht en frustratie
Jeroen Bartels, gz-psycholoog, is vanuit zijn werk bekend met autismespectrumstoornissen. Hij schreef een trainingsprogramma voor volwassenen met autisme die problemen hebben met het omgaan met hun boosheid, onrecht en frustratie. Het doel van deze training is dat zij meer grip krijgen op hun boosheid en meer gecontroleerd kunnen reageren op ervaren onrecht. Het werkboek is geschreven voor volwassenen met een autisme-
spectrumstoornis (ass) en een gemiddelde tot bovengemiddelde intelligentie, die samen met een hulpverlener dit trainingsprogramma kunnen inzetten om te leren omgaan met de genoemde gevoelens.
Het boek is opgedeeld in twee delen waarbij het eerste deel een goed inzicht biedt in de theorie van ass, de combinatie met boosheid en welke problemen dit kan opleveren. Daarnaast is er uitleg over de mogelijke behandelingen van ass en een voorbereiding op het trainings-
programma zelf. In het tweede deel beschrijft Bartels de tien sessies van het trainingsprogramma die de volwassene samen met een hulpverlener kan doorlopen. Het doel van het boek wordt helder verwoord en het trainingsprogramma is gestructureerd en overzichtelijk.
Bartels heeft een duidelijke manier van uitleggen met goed leesbaar taalgebruik zonder kinderachtig te worden. Moeilijke termen worden verduidelijkt en hij houdt rekening met het denkpatroon van volwassenen met een ass. Zo benoemt hij geregeld dat niet alle voorbeelden op de lezer van toepassing hoeven te zijn en houdt zo rekening met het letterlijk nemen van de taal en een rigide denkpatroon. Het trainingsprogramma is uitermate gestructureerd met telkens dezelfde opbouw om verwarring te voorkomen. Het boek heeft een rustige lay-out die de tekst ondersteunt, met hier en daar een eenvoudige illustratie. Een enkele keer zal de illustratie voor iemand met autisme niet even duidelijk zijn. Toch zorgen de afbeeldingen voor een frisse uitstraling.
Een miniem minpuntje is te vinden in het hoofdstuk waar de diagnose van autisme wordt beschreven. Daarin staat een paragraaf over de gevolgen van het stellen van de verkeerde diagnose. Hoewel een goede diagnose van belang is, lijkt deze paragraaf in dit boek overbodig. Iemand zonder de diagnose ass zou namelijk dit boek niet ter hand nemen om te starten met het trainingsprogramma.
Het betreft een plezierig geschreven boek met mooie praktijkvoorbeelden dat uitermate geschikt is voor volwassenen uit de doelgroep om effectief aan de slag te gaan met hun boosheid en frustratie.
G. van de Loo-Neus, kinder- en jeugdpsychiater, Nijmegen