Basics of psychotherapy. A practical guide to improving clinical success
Ik lees het liefst boeken van collega’s met ruim veertig jaar ervaring. Ze hebben de tijd gehad hun ervaringen te laten bezinken, zijn op dat moment doorgaans minder verstrengeld in allerlei belangen en ze schrijven in de levensfase die door vermaarde ontwikkelingspsycholoog Erik Erikson met de prachttitel ego-integriteit werd benoemd, wat ze echt vinden. Meestal brengen de Amerikaanse collega’s dan dikke, gebonden boeken uit; mijn kast stond er snel vol mee. Maar dat geldt niet voor Richard Makover. Wel die veertig jaar ervaring, maar zijn boek oogt als een boekje en is bescheiden uitgegeven.
In zijn boek ziet hij af van een of enkele specifieke psychotherapeutische modellen, maar focust op voor hem essentiële postulaten die aan psychotherapie ten grondslag liggen en in zijn ogen verantwoordelijk zijn voor het succes. We hoeven dus niet te zoeken naar een overzicht van het psychotherapie-effectonderzoek of naar evidence-based richtlijnen en protocollen.
De wereld van Makover bestond niet dominant uit cognitieve gedragstherapie, evenmin uit psychoanalyse of psychodynamische psychotherapie. Het belangrijkste accent in zijn boek en in de talloze casussen die hij beschrijft, ligt op de relatie tussen de patiënt en de psychotherapeut, de non-specifieke of placebofactoren. Je wordt niet lastiggevallen in zijn boek met psychodiagnostiek of met psychopathologie; het accent ligt wel op verandering: gedragsverandering doorgaans ten gevolge van sterke ervaringen in de behandeling.
Past het boek in mijn kast tussen al die vuistdikke exemplaren die vaak ter afsluiting van een carrière werden geschreven? Neen. Het is vooral een boek dat heel aardig zal lezen voor ex-studenten en collega’s van Makover die nog eens zijn privégedachtegoed op een rijtje willen zien en dit op zondagmiddag met plezier gaan lezen.
J. Derksen, klinisch psycholoog, Nijmegen