Legal insanity: explorations in psychiatry, law and ethics
Dit boek geeft een diepgaande analyse van het concept ‘toerekeningsvatbaarheid’ vanuit psychiatrisch, juridisch en ethisch perspectief. De auteur gaat uitgebreid in op hoe dit concept in verschillende rechtssystemen wordt opgevat. Zo komt de situatie in de vs aan bod, waar er tussen de staten grote verschillen bestaan in de juridische criteria voor ontoerekeningsvatbaarheid. Er zijn (zelfs) enkele staten waar in het geheel geen insanity defense mogelijk is. In Noorwegen is het enkele feit dat tijdens het plegen van een delict een psychotische stoornis aanwezig was, voldoende om tot ontoerekeningsvatbaarheid te komen. Hiervoor is het niet nodig dat er een relatie bestond tussen deze stoornis en het tenlastegelegde. In Nederland ontbreken de juridische criteria voor de bepaling van ontoerekeningsvatbaarheid.
Er is een hoofdstuk waarin Meynen elf kritiekpunten op het principe van ontoerekeningsvatbaarheid bespreekt. In de zoektocht naar het formuleren van de criteria van een juridische standaard voor ontoerekeningsvatbaarheid onderzoekt hij in hoeverre de criteria voor het beoordelen van wils(on)bekwaamheid hiervoor bruikbaar zijn. Bij zowel (on)toerekeningsvatbaarheid als wils(on)bekwaamheid speelt het proces hoe tot een besluit wordt gekomen een centrale rol.
In het hoofdstuk over neurolaw gaat de auteur in op de potentiële bijdrage van de neurowetenschappen aan het verhelderen van hoe psychiatrische stoornissen gedragskeuzes kunnen beïnvloeden.
Tot slot volgt een overzicht van de diverse invalshoeken die relevant zijn om te beoordelen hoe het begrip ‘ontoerekeningsvatbaarheid’ in een rechtssysteem wordt toegepast.
Dit is een helder geschreven boek. Betogen worden soms in de diverse hoofdstukken deels herhaald, maar dit doet niet af aan de goede leesbaarheid. Het boek blijft boeien doordat het niet alleen bij theoretische verhandelingen blijft, maar Meynen ook steeds de vraag naar de praktische toepasbaarheid van een opvatting aan de orde stelt. Het boek onderscheidt zich door een vergelijkend internationaal perspectief op het begrip (on)toerekeningsvatbaarheid. Hierdoor krijgt de lezer tevens goed zicht op de problemen betreffende de Nederlandse praktijk bij het beoordelen van toerekeningsvatbaarheid.
In Nederland is er het probleem dat niet duidelijk is welke criteria we hierbij dienen te hanteren. In de praktijk betekent dit dat rapporteurs pro Justitia bij de advisering aangaande de toerekeningsvatbaarheid werken met een globaal begrip van (on)toerekeningsvatbaarheid, en dat zij dit ieder op hun eigen manier interpreteren. Dit boek geeft een goed overzicht van de kaders die men bij de beoordeling van toerekeningsvatbaarheid kan hanteren. Kennisneming hiervan zal de rapporteurs helpen bij het zich bewust worden van hun eigen interpretatie. Dit boek mag dan ook niet in de opleiding tot rapporteur pro Justitia ontbreken.
K. Hummelen, psychiater, Warnsveld