Vageness in psychiatry
Vageness in psychiatry is de ietwat vage titel van de laatste uitgave in de reeks International perspectives in philosophy and psychiatry. Dit boek is alweer het 54ste van een verzameling die aanving in 2003. De omvang van het aantal gepubliceerde werken illustreert het succes en toenemende interesse in het domein van de filosofie en de psychiatrie. Hoe anders was dat in de jaren 80 en 90 van de vorige eeuw, toen het beschouwende denken nauwelijks nog een kans kreeg om te worden gepubliceerd. Helaas is het nu ook nog moeilijk om filosofisch geïnspireerde artikelen in medische tijdschriften met een hoge impactfactor te krijgen. Maar in de boekenwereld heeft de filosoof-psychiater vrij spel.
Redacteuren van Vageness in psychiatry zijn Geert Keil, Lara Keuck, beiden filosofen, verbonden aan het Institut für Philosophie aan de Humboldt Universiteit gelegen aan het befaamde Unter den Linden in Berlijn, en Rico Hauswald van de technische universiteit in Dresden.
Het is overwegend een filosofisch werk. Het beslaat 13 hoofdstukken in vier delen. Deel 1 beschrijft de betekenis van vaagheid in de psychiatrie. Deel 2 gaat in op de gradualiteit van ziekte en gezondheid in de geneeskunde. Deel 3 behandelt vaagheid in het specifiek licht van de psychiatrische diagnose. Het laatste deel beschrijft de maatschappelijke, morele en juridische implicaties van een noodzakelijkerwijs vaag ziekteconcept in de psychiatrie.
Het boek is uitermate hedendaags en relevant voor de discussies die nu in Nederland worden gevoerd over routine outcome monitoring (rom) en psychiatrische classificatie in de beroepsgroep, maar ook voor de discussies rondom het bestaansrecht van psychiatrische stoornissen in maatschappelijke context. Is vaagheid een linguïstisch gegeven of is ze inherent aan (de ontologie van) psychische aandoeningen? Is de vaagheid van psychiatrie te wijten aan psychiatrie of aan de vaagheid van het ziekteconcept? Deze en andere fundamentele vragen worden in dit boek behandeld.
Wie dit boek leest, zal ongetwijfeld een genuanceerder en volwassener mening over classificatieproblemen hebben in geneeskunde en psychiatrie. Ik kan éénieder het inleidende hoofdstuk over vaagheid in de psychiatrie aanbevelen. Sterker nog, ik zou zelfs durven beweren dat eenieder die zijn mond opentrekt over psychiatrie op Twitter of in blogs, in kranten of op televisie misschien wel eerst dit hoofdstuk zou moeten lezen. Uiteraard zou het aanbevelenswaardig zijn als ook de opleidingscommissie deze 15 pagina’s dwingend in het curriculum incorporeert. Vaagheid in de psychiatrie, we weten allemaal dat het zo is, met dit boek weten we ook waarom.
D. Denys, psychiater, Amsterdam