Acceptance and commitment therapy. Theorie en praktijk (2de herz. druk)
In dit boek over acceptance and commitment therapy (act) beschrijven verschillende auteurs onder redactie van Jacqueline A-Tjak de theorie en praktijk van deze gedragsanalytische derdegeneratievariant van cognitieve gedragstherapie. Het boek is opgedeeld in drie delen.
De auteurs nemen in deel één de wetenschapsfilosofische achtergrond (functioneel contextualisme; fc) en de theorie achter act (relational frame theory; rft) uitgebreid met de lezer door. De uitleg wordt stapsgewijs gegeven aan de hand van overzichtelijke afbeeldingen en is goed te volgen. Binnen rft, gerelateerd aan act, veronderstelt men dat het leggen van indirecte verbanden (wat iedereen doet) een belangrijke rol speelt bij het leren van betekenissen. Men gaat ervan uit dat mensen klachten krijgen door het leggen van bepaalde verbanden over ervaringen. act richt zich op de negatieve elementen van taal, met als doel de psychologische flexibiliteit te vergroten. De uitleg vormt een duidelijke basis voor de verdere bespreking van act, maar roept ook weer nieuwe vragen op: waarin is bijvoorbeeld relational framing anders dan geheugenschema’s (en associaties)?
Vervolgens komt per hoofdstuk één van de zes werkzame processen van act aan de orde (acceptatie, defusie, zelf, contact met het huidig moment, waarden, toegewijde actie). Elk hoofdstuk begint telkens met waar op te letten en hoe te inventariseren waar de cliënt op het gebied van elk proces staat. De lezer krijgt interventies en een rijkheid aan metaforen aangereikt en de kernprocessen worden geïllustreerd aan de hand van inzichtelijke korte casussen.
In deel twee geven de auteurs praktische handvatten om van start te gaan met act (beschrijving casusconceptualisatie, protocol, rol als therapeut). Het protocol beschrijft per sessie hoe een act-behandeling eruit zou kunnen zien, waarbij heel duidelijk is dat de auteurs absoluut niet de intentie hebben voor te schrijven ‘hoe het moet’.
Ten slotte behandelen verschillende auteurs in deel 3 diverse psychiatrische stoornissen en specifieke toepassingen van act. Waar een aantal hoofdstukken wat abstract blijft, mogelijk doordat sommige auteurs zich beperken tot het netjes langslopen van de zes kernprocessen, gaat de praktijk van act naar mijn mening écht leven in de hoofdstukken over chronische pijn, verslaving, persoonlijkheidsstoornissen, en kinderen en jongeren. Bij de laatste twee beschrijven de auteurs verschillende fases in de behandeling en ze gaan in op diverse interventies en valkuilen per kernproces. Een van de laatste hoofdstukken over een matrix (een soort functieanalyse van experiëntiële vermijding?) lijkt zeer relevant, maar roept veel vragen op doordat inleiding en context ontbreken.
Kortom, een overzichtelijk basiswerk met veel verwijzingen die verdere verdieping mogelijk maken. Wat mij betreft een aanrader voor een ieder die onbekend is met act en meer over deze behandelvorm te weten wil komen.
G. van Rijsbergen, GZ-psycholoog, Assen