What psychiatry left out of the DSM-5. Historic mental disorders today
Verwijzend naar een citaat van Philippe Chaslin (Salpêtrière, 1912) stelt Edward Shorter dat vooruitgang van de psychiatrie niet het tabula rasa maken van het verleden is, waardoor waardevolle diagnoses uit het verleden verloren gaan én waardoor sommige huidige diagnoses niet opgaan. Zoals de titel al suggereert, moet vooral de dsm-5 het ontgelden. Dit historisch rijk gestoffeerde boek resumeren is onmogelijk. Per hoofdstuk haalt de auteur een aandoening onder het stof vandaan of geeft deze opnieuw glans.
‘Delirious mania’ kent een omslag van geweld naar euforie. De geschiedenis van de manie toont aan dat het kernprobleem in feite dat van de paroxismaliteit is (eerst prodromen, dan rage en ten slotte ‘verlossing’).
‘Malignant catatonia’, wellicht de enige psychiatrische aandoening die tot de dood kan leiden (p. 48), kent onder de noemer ‘katatonie’ recent een revival. Maar wie zijn verleden niet kent, is gedoemd het te herhalen (Santayana). In dit boek worden, soms verrassend, banden gelegd met het délire aigu en de nostalgia. Karl Kahlbaum krijgt de eer die hem toekomt.
Een belangrijk hoofdstuk behartigt de geschiedenis van de manisch-depressieve psychose (Kraepelin) en hoe deze heden ten dage naar ‘Bipolar craziness’ is geëvolueerd. De stelling die Shorter genuanceerd, maar grondig onderzoekt, is of de bipolaire stoornis een aparte ziekte-entiteit in de kliniek van de stemmingsstoornissen is of niet. ‘Niet’, zo besluit hij.
In ‘Adolescent insanity’ belicht Shorter de geschiedenis van de psychopathologische wederwaardigheden van dementia praecox en schizofrenie. Very interesting indeed.
De titel ‘Firewall’ verwijst naar de muur die Kraepelin tussen manisch-depressieve aandoening en dementia praecox heeft gebouwd. Zowel in de prekraepeliaanse periode als in de ‘post DSM world’ argumenteert Shorter voldoende dat deze muur veeleer poreus is.
De twee laatste hoofdstukken gaan dieper op het classificatieprobleem zelf in. Zijn hoofdstuk ‘Staging’ is een schuchtere poging om het statische van classificaties te doorbreken. Zoals de titel suggereert, geeft hij in ‘An alternative, history-based, nosology’ een aanzet tot een andere classificatie.
De waarde van dit boek ligt in het oprakelen van een aantal ‘vergeten groenten’ uit de psychiatrie. Dit boek is au fond te lezen als de geschiedenis van een statisch classificerende psychiatrie met alle problemen van dien. Wie met antropopsychiatrie bekend is, weet dat het anders kan.
Bijgevolg zou de titel van het boek ‘What dsm-5 left out of psychiatry’ de voorkeur genieten…
M. Calmeyn, psychiater, Loppem