Everyday life and the unconscious mind. An introduction to psychoanalytic concepts
De psychoanalyse heeft in de hedendaagse psychiatrie weinig betekenis meer. En dat is jammer, zeker omdat er in de afgelopen vijftien jaar enkele evidence-based behandelvormen zijn ontwikkeld voor patiënten met persoonlijkheidsstoornissen, die hun wortels hebben in de psychoanalyse. Dit zijn de transference-focused psychotherapy (tfp), de op mentaliseren gerichte psychotherapie (mbt) en recent ook de dynamische interpersoonlijke therapie (dit). Een beetje kennis van die wortels kan geen kwaad.
Maar hoe kom je daaraan, in kort bestek zonder je meteen overweldigd te hoeven voelen door termen en theorieën, die de meeste psychiaters niets meer zeggen? Dan is dit dunne, handzame boekje een aanrader.
Hannah Curtis is een psychoanalytische psychotherapeute met jarenlange ervaring als docent aan de universiteit van Essex. Na een college over therapeutische communicatie vroegen studenten haar of ze iets meer kon uitleggen over zulke ingewikkelde begrippen als overdracht, tegenoverdracht, afweer, weerstand plus het verschil tussen al deze termen. Ze nam de uitdaging aan en schreef dit elegante werk met vooral voorbeelden uit het leven van alledag.
In kort bestek bespreekt ze trauma; angst; afweermechanismes; herinneren, herhalen en doorwerken; afgunst en schuld; overdracht en tegenoverdracht en ten slotte projectieve identificatie.
Ze begint met de waarschuwing dat de moderne psychoanalyse zich voortdurend ontwikkelt en dat oude begrippen een behoorlijke evolutie hebben ondergaan. Neem het begrip ‘tegenoverdracht’, de meeste (oudere) psychiaters wel bekend. Oorspronkelijk werd het gedefinieerd als de reactie van de behandelaar op de overdracht van de patiënt, gekleurd door zijn of haar eigen blinde vlekken. Na het baanbrekend artikel van Paula Heiman in de jaren vijftig wordt het gebruikt voor alle gevoelens die een patiënt in je oproept. Zo vinden we het over het algemeen prettig als een patiënt ons een beetje idealiseert en onze autoriteit erkent. Dat is een hele bekende vorm van overdracht die regelrecht uit onze impliciete herinneringen aan de kindertijd komt. Teveel idealisering infantiliseert echter en maakt afhankelijk.
We kennen ook de boze patiënt in verzet, die ons uitscheldt en boos maakt. Te weinig beseffen we dat boosheid schaamte moet afweren.
Inzicht in deze begrippen is voor elke psychiater een must: elke pil die voorgeschreven wordt, wordt immers voorgeschreven in een relatie met alle onbewuste wensen en afweer van dien.
N.J. Nicolai