De INLEIDING van Karl Jaspers’ Algemene Psychopathologie
Candide, de uitgeverij van dit zakboekje, legt zich toe op uitgaven over psychiatrische ziektebeelden, zoals gezien in historisch-wetenschappelijk perspectief of zoals beleefd door patiënten zelf. Vanuit deze insteek heeft dit boek in Candide een ideale uitgeverij gevonden: enerzijds betreft het een historische publicatie (Allgemeine Psychopathologie zag meer dan honderd jaar geleden het levenslicht), anderzijds gaf Karl Jaspers de aanzet tot een psychopathologie met aandacht voor zowel objectieve tekenen als subjectieve beleving.
De auteurs zijn vier bestuursleden van de Stichting Metapsychiatrie Groningen: allen intussen gepensioneerd en in hun werkzame leven actief in het opleiden van psychiaters. In hun voorwoord richten de auteurs zich dan ook specifiek tot artsen in opleiding tot psychiater, maar bij uitbreiding tot alle psychiaters en ggz-hulpverleners.
Deze uitgave betreft een vertaling en verwerking van de inleiding (vierde editie, 1946) en het nawoord (vijfde editie, 1948) van Karl Jaspers’ magnum opus Allgemeine Psychopathologie. Elke paragraaf wordt voorafgegaan door korte leeswijzers waarin de auteurs enige duiding geven. Onderwerpen die aan bod komen zijn: doelstellingen, grenzen, grondbegrippen, methoden en taken van de algemene psychopathologie, het onderzoek van patiënten.
Over het belang van de geschiedenis van de psychiatrie (in het algemeen) en het belang van Karl Jaspers’ Allgemeine Psychopathologie (in het bijzonder) voor het actueel psychiatrisch doen en denken valt niet te twijfelen. Of dit zakboekje door psychiaters in opleiding van A tot Z zal gelezen worden en vervolgens zal aanzetten tot het lezen van Karl Jaspers’ oorspronkelijke tekst, valt echter te betwijfelen. Anno 2014 is Allgemeine Psychopathologie – ook in de eigen taal – een tekst die niet eenvoudig leest en waarbij lezen eerder worstelen lijkt. Op zich is dit laatste geen nieuwe vaststelling en zelfs door Karl Jaspers geanticipeerd: ‘Van medische zijde is hier en daar als mening te kennen gegeven dat dit boek voor studerenden toch eigenlijk te moeilijk zou zijn, omdat ook de meest diepgaande en ingewikkelde problemen daarin worden behandeld. Ik houd daarentegen vast aan de overtuiging dat men een wetenschap ofwel in haar geheel, en dus ook in haar centrale vraagstellingen, of helemaal niet kan begrijpen. Ik beschouw het als een heilloze weg zich aan te passen aan het niveau van de middelmaat’ (voorwoord, eerste druk, 1913). Boodschap voor de lezer hierbij is: niet begrijpen en worstelen is geen schande gezien de centrale vraagstellingen, uitstijgen boven de middelmaat is het finale en heilvolle resultaat. Dus lezen maar…
J. De Fruyt