Leefklimaat in de klinische forensische zorg
Dit boek is geschreven voor professionals (sociotherapeuten, verpleegkundigen en agogische werkers) die in de 24-uurszorg van een forensisch psychiatrische afdeling werken. Het centrale woord in de titel is ‘leefklimaat’. Inderdaad is een optimaal klimaat een belangrijke voorwaarde voor herstel, zoals in de flaptekst van het boek staat te lezen.
Het boek is ingedeeld in vier delen, namelijk een algemene inleiding, het behandelklimaat, de onderlinge communicatie en de organisatie van de zorg. Elk deel is dan weer ingedeeld in vijf tot vijftien hoofdstukken. Verschillende relevante onderwerpen passeren hier de revue, waarvan ik er enkele zeker genoemd wil hebben, zoals getuigenissen van sociotherapeuten over hun werk, een positief leerklimaat en afgrenzing en angst op de gesloten afdeling.
Kortom, de inhoud van dit boek nodigt uit om dit te gebruiken als leidraad voor het opereren op elke forensisch psychiatrische afdeling. Het is een vlot leesbaar boek geworden dat geschreven is voor de doelgroep.
Helaas heb ik ook een aantal tekortkomingen kunnen ontdekken. Het boek is voornamelijk geschreven voor groepswerken en veel minder voor psychiatrisch verpleegkundigen. Vanuit mijn tbs-ervaring weet ik dat een mengeling van agogisch geschoolden en verpleegkundigen duidelijk een meerwaarde heeft. Bovendien hebben bepaalde patiëntengroepen zoals patiënten met een psychotische stoornis duidelijk behoefte aan een overwicht aan verpleegkundigen boven groepswerkers. Bij patiënten met een primaire persoonlijkheidsstoornis is mogelijk het omgekeerde het geval. Een aantal patiëntengroepen is hierbij niet behandeld, zoals zedendelinquenten, vrouwelijke patiënten en patiënten met een psychotische stoornis. Ook is het balanceren tussen afstand en nabijheid onvoldoende aan bod gekomen. Maar ook bijvoorbeeld is er geen antwoord op de vraag: hoe te handelen bij grensoverschrijdend (seksueel) gedrag tussen een professional en een patiënt?
Daarnaast zou het ook zinvol zijn om de Nederlandse context te situeren in een internationaal Europees perspectief, bijvoorbeeld als er gesproken wordt over het juridisch kader. Sommige hoofdstukken zijn wel erg kort, waardoor het ontbreekt aan diepgang.
Maar bovenal is mijn voornaamste commentaar het volgende. Uit het totaal van 41 auteurs die meewerkten aan dit boek is er slechts één psychiater terug te vinden. Hierdoor is de psychiatrische invalshoek sterk onderbelicht gebleven in dit boek. In een volgende editie zou dit zeker gerepareerd moeten worden. Een meer gepaste titel zou dan ‘Leefklimaat in de klinische forensisch psychiatrische zorg’ kunnen zijn.
K. Goethals