Recovery of people with mental illness. Philosophical and related perspectives
De notie dat herstel mogelijk is ‘van, met en voorbij’ psychiatrische aandoeningen wint snel terrein binnen de geestelijke gezondheidszorg. Er wordt daarbij wel gesproken van een ‘paradigma shift’ met verreikende consequenties voor vorm én inhoud van de zorg.
In de serie ‘International perspectives in philosophy and psychiatry’ verscheen dit boek dat geheel is gewijd aan de filosofische en verwante perspec-
tieven van het begrip ‘herstel’. Redacteur Abraham Rudnick verzamelde een reeks uiteenlopende auteurs uit Canada, de vs, Europa en Azië voor die perspectieven: ervaringsdeskundigen, psychiaters, psychologen, antropologen, filosofen, historici en linguïsten. Dit zorgde voor een interdisciplinaire, historische en transculturele benadering van het begrip ‘herstel’.
Het boek opent met het ervaringsverhaal van een voor ons bekende: de ervaringsdeskundige Wilma Boevink. Zij beschrijft hoe de psychiatrie haar leven en zelfbeeld geheel had overgenomen, en hoe zij zich daaraan ontworsteld heeft. Zij beschrijft het herstel als haar eigen proces. Van professionals verwacht zij dat zij dit proces volgen én ondersteunen.
Deze eigen weg van herstel is een beeld dat de auteurs bespreken en verder uitdiepen. Het beeld wordt ten onrechte wel als een universeel beginsel gezien, terwijl het toch vooral voortborduurt op het Europees-Amerikaans individualistische en egocentrische concept van de mens. Ons herstelbegrip laat zich daarom niet vanzelfsprekend vertalen naar andere culturen.
Een parel in het boek is voor mij het hoofdstuk van Mike Slade, die schrijft over de epistemologische basis van persoonlijk herstel. Uit een systematische review van onderzoek naar herstel kwam naar voren dat herstel een niet-lineair, geleidelijk en multidimensionaal proces is. De vijf sleutelprocessen zijn: verbinding, hoop & optimisme, identiteit, zingeving en empowerment. Een opvallend ander lijstje dan dat van de klinische praktijk, waar het vooral om negatief geformuleerde doelen gaat, zoals symptoomreductie en crisisbeheersing. Hij stelt dat de geestelijke gezondheidszorg sterk is beïnvloed door post-Verlichtingswaarden, die de subjectieve ervaring ondergeschikt hebben gemaakt aan observatie, experiment en fenomenologie. In ons vak is het per definitie balanceren tussen subjectivisme en objectivisme. Een meer helpende epistemologische benadering is het constructivisme, dat ervan uitgaat dat iedere vorm van kennis een constructie is, en niet per se de externe realiteit weergeeft.
Hoe dit zich vertaalt naar de klinische praktijk vindt u terug in een citaat van Lewis over narratieve psychiatrie dat ik u en mijzelf graag als motto meegeef: ‘Narratieve psychiatrie creëert clinici die de vele talen van het psychisch leven begrijpen. Zij praten met net zoveel gemak over religie, creativiteit en politiek als dat ze neurotransmitters, cognitieve verstoringen en psychodynamica bespreken. De herstelbeweging maakt duidelijk dat veel consumenten juist zo’n clinicus wensen.’
R. Keet