Drugs in psychiatry (2de dr.)
Een handzaam medisch boekje, op het formaat zoals dat past in het borstvakje van een witte doktersjas, zoals artsen in opleiding tot psychiater nog wel eens dragen bij de diensten in een academisch ziekenhuis. Het is glanzend blauw en rood vormgegeven, wat het een zekere mate van urgentie verleent.
Het is een formaat waarmee je makkelijk en gericht informatie kunt vinden; informatie over de specifieke middelen uit ons repertoire, overzichtelijk gerangschikt in logische hoofdstukken.
Daarnaast biedt het achtergrondinformatie, beknopt en beperkt, maar daarin toont zich wel de hand van de meester. Doe het maar eens na: het samenvatten van zowel de basisprincipes van het voorschrijven van psychofarmaca als die van de farmacologie in minder dan 300 woorden, en dan toch toekomen aan zaken zoals de receptoren en de nulde-orde-eliminatie van geneesmiddelen, de belangrijkste neurotransmittersystemen, alsook de diagnostische hiërarchie van de dsm.
De hand van de meester is ook herkenbaar bij de verwijzingen naar zijn eigen tekstboeken; hij put rijkelijk uit fraaie tabellen en overzichten. Ook vat hij, voorafgaand aan het bespreken van de groep antipsychotica, de twee grote gerandomiseerde onderzoeken naar het effect van deze middelen voor ons samen. Hetzelfde gebeurt voorafgaand aan het hoofdstuk over de selectieve serotonineheropnameremmers (SSRI’s); hoe zat het ook alweer met de verhoogde kans op suïcide en agressief gedrag bij deze middelen? Het wordt samengevat op een pagina inclusief referenties en het advies van het British National Formulary.
Sterk vind ik ook de tekeningen en uitleg voorafgaand aan het hoofdstuk over de depotantipsychotica; zowel de plaats als de techniek van het prikken wordt kort en krachtig getoond. Elegant en to-the-point.
Waar het uiteindelijk om gaat, is de hoofdmoot van het werk; beschrijvingen op een paar bladzijden inclusief de tekening van de molecuulstructuur van de verschillende psychofarmaca met de relevante bijwerkingen ervan, de eventueel noodzakelijke voorzorgsmaatregelen en de geadviseerde doseringsschema’s.
Voor de Nederlandse lezer is het opmerkelijk dat venlafaxine in het hoofdstuk van ‘nieuwe antidepressiva’ valt, maar ook hier een mooi historisch overzicht van de introductie van de ssri’s in het Verenigd Koninkrijk.
Samenvattend: het boekje past niet alleen qua formaat en handzaamheid, maar ook qua inhoud, elegantie en gebruiksvriendelijkheid, zeer goed in de eerdergenoemde doktersjas. Het ligt ook bepaald niet in de weg op ons bureau in de spreekkamer.
F. Huismans