Van gêne tot schaamrood. Achtergronden en behandeling van schaamteproblemen
Een succesvolle zakenman die persoonlijk contact met klanten en vrienden steeds meer vermijdt, omdat hij voortdurend uit zijn mond stinkt. Tot dusver hielp niets. Een verkoopster in een boekwinkel die zich vreselijk opgelaten voelt omdat zij niet kan voorkomen dat ze de hele dag winden laat en zich omringd weet met bijbehorende geur. Voorbeelden van klachten waarvoor mensen zich uitermate schamen. Voorbeelden van ‘kleine-grote’ kwalen waarmee Paul van Dijk als huisarts geconfronteerd werd en waarover hij handzame informatie miste. Daarom schreef hij zelf een boek over achttien frequent voorkomende schaamteproblemen, zoals: uit de mond ruiken, winden laten, stotteren, kwijlen, zweten, hikken, tandenknarsen en gapen.
Elk hoofdstuk heeft een vaste indeling: een casus, diagnostiek, prevalentie, achtergronden, behandeling, evidentie voor behandelkeuzen en vermeldingen in literaire bronnen. Van Dijk pakt het grondig aan. Hij heeft de medische wetenschappelijke literatuur uitputtend bestudeerd. Het boek is aantrekkelijk vormgegeven met aquarellen van Rob Heijman.
In het Nederlandse taalgebied kan men deze bundel vergelijken met Kleine kwalen in de huisartspraktijk onder redactie van Eekhof e.a. (6de druk 2013). Dit boek beschrijft ruim 200 kleine kwalen, waaronder ook de meeste klachten uit de bundel van Van Dijk. Als praktisch naslagwerk is Kleine kwalen in de huisartspraktijk handzamer; het geeft de informatie die men als behandelend arts nodig heeft. Het boek van Van Dijk daarentegen is onderhoudend om te lezen, soms schrijnend, soms vermakelijk. Het beschrijft de klachten vanuit verschillende perspectieven, en geeft ook biologische, historische en cultureel-antropologische informatie.
Door het tonen van schaamte zien anderen dat men weet iets verkeerds te hebben gedaan. Schaamte voorkomt dat men uit de groep wordt gestoten. Of iets schaamtevol is, hangt af van de normen. In de 19de eeuw ontstond in Frankrijk de vereniging van ‘vrije schutters’. Zij wilden de natuur niet knechten en eisten dat zij in het bijzijn van wie dan ook winden mochten laten. In China schijnt fervent boeren tijdens een maaltijd beschouwd te worden als gebaar van dank en voldoening. Kaalheid is typisch een probleem van blanke mannen. Bij andere rassen komt kaalheid veel minder vaak voor.
Bij een aantal klachten is het verband met psychiatrie duidelijk. Overmatig schamen zelf en bloosangst kunnen gezien worden als onderdeel van een sociale angststoornis. Dwangmatig neuspeuteren, krabben, nagelbijten en duimzuigen horen tot lichaamsgericht repetitief gedrag dat geïsoleerd kan voorkomen, maar ook als onderdeel van een obsessieve-compulsieve spectrumstoornis. Deze geslaagde bundel is een aanrader voor belangstellenden.
R. Verkes