Empirische evidence voor de effectiviteit van routine outcome monitoring; een literatuuronderzoek
achtergrond Routine outcome monitoring (ROM) is een belangrijk kwaliteitsinstrument om effecten van behandeling zichtbaar te maken en wordt landelijk geïmplementeerd in de Nederlandse ggz.
doel Evalueren van de wetenschappelijke stand van zaken betreffende de effectiviteit van ROM voor diagnostiek, behandeling en andere uitkomsten.
methode Literatuuronderzoek in PubMed, Medline, Psycinfo en Embase Psychiatry (1975-2009) naar gerandomiseerde gecontroleerde trials (rct’s) van ROM bij alle leeftijdsgroepen patiënten (algemeen en ggz). De voornaamste zoektermen waren ‘routine outcome monitoring’ c.q. ‘routine outcome measurement’.
resultaten Er werden 52 rct’s geïncludeerd betreffende ROM bij volwassen patiënten. Hiervan waren 45 rct’s gericht op psychische klachten, zij het niet altijd in een psychiatrische setting of als primaire uitkomstmaat. Er bleken positieve effecten van ROM op de diagnostiek en behandeling, en op de communicatie tussen patiënt en behandelaar. Andere uitkomsten waren minder eenduidig.
conclusie ROM blijkt vooral effectief voor het monitoren van behandelingen die onvoldoende aanslaan. Nader onderzoek is nodig naar de klinische effectiviteit en de kosteneffectiviteit van ROM in zowel de volwassenen- als de kinder- en jeugdpsychiatrie.