Stagering: een ontwikkelingspuzzel
achtergrond Op grond van de huidige kennis kunnen ontwikkelingsstoornissen gestageerd worden in 4 stadia: stadium 0: normale variantie; stadium 1: enkelvoudige stoornis van matig ernst; stadium 2: complicerende comorbiditeit en/of belastende omgevingsfactoren; stadium 3: ernstige vorm met comorbiditeit en belastende omgevingsfactoren.
doel Beschrijven van de huidige stand van zaken wat betreft prognostische aspecten van stagiëring vanuit ontwikkelingsperspectief.
methode Kritische bespreking van relevante literatuur.
resultaten De huidige indeling heeft nog onvoldoende prognostische betekenis, mede omdat ontwikkeling een flexibel proces is met risico’s, kansen en herkansingen. Alle psychiatrische aandoeningen zijn in essentie ontwikkelingsstoornissen, die ontstaan in de loop van de ontwikkeling door een wisselwerking tussen aanleg en omgevingsfactoren. De erfelijke aanleg is vanaf de eerste meiose onderhevig aan invloeden binnen de baarmoederomgeving. De vorming van netwerken in het brein, de verdeling van neurotransmitters en het neuropsychologische profiel worden beïnvloed door het genetische potentiaal aan kansen en risico’s en door de interactionele ervaringen. Dit roept vragen op over de specificiteit van de huidige klinische syndromen.
conclusie Een accurater stageringssysteem is op den duur mogelijk als door analyse van grote gepoolde gegevensbestanden een betere inschatting gemaakt kan worden van de relatieve risico’s van genconfiguraties, breinconnectiviteit, stressregulatie in de hersenen, neuropsychologische profielen en gedragsmatige en emotionele uitingsvormen in wisselwerking met omschreven omgevingsfactoren.