Behandeling van angststoornissen bij ouderen
achtergrond Hoewel angststoornissen tot de meest voorkomende psychiatrische stoornissen behoren op hogere leeftijd is er sprake van onderdiagnostiek en -behandeling.
doel Verzamelen van empirisch bewijs voor de effectiviteit van behandeling van angststoornissen bij ouderen.
methode Meta-analyse en gerandomiseerd gecontroleerd onderzoek.
resultaten Meta-analyse toont aan dat cognitieve gedragstherapie (cgt) superieur is aan zowel een wachtlijstconditie als een actieve controlegroep bij de behandeling van ouderen met angststoornissen. Bij directe vergelijking van de behandeling van ouderen met paniekstoornis waren cgt en behandeling met paroxetine superieur aan een wachtlijstconditie. cgt bij ouderen met paniekstoornis was effectiever in het reduceren van vermijding dan bij jongeren. Ouderen rapporteerden minder en minder ernstige agorafobische cognities dan jongeren, terwijl het agorafobische vermijdingsgedrag niet verschilde.
conclusie Er is voldoende empirisch bewijs voor de effectiviteit van cgt bij ouderen met angststoornissen. Bij het beoordelen van de ernst van de paniekstoornis dient men bij ouderen vooral af te gaan op de ernst van het vermijdingsgedrag. Omdat er geen verschil is in effectiviteit tussen cgt en paroxetine en cgt effectiever is dan bij jongeren in de reductie van vermijding, is er een lichte voorkeur voor cgt bij ouderen met paniekstoornis. Een hogere leeftijd gaat niet samen met een slechter behandelresultaat van cgt.