Welbevinden en persoonlijkheidsproblematiek in klinische schematherapie
Achtergrond In de behandelingen van persoonlijkheidsstoornissen is welbevinden een welkome aanvulling op een klachtgerichte focus. Klachten nemen af na behandeling en dit hangt samen met de verandering in bepaalde kenmerken van de persoonlijkheidsstoornis (schemamodi).
Doel Nagaan hoe het beloop is van welbevinden en of dit samenhangt met veranderingen in schemamodi.
Methode Middels een naturalistisch, prospectief within subjects design deden we onderzoek binnen de Boerhaven Kliniek van Mediant. De deelnemers hadden complexe persoonlijkheidsproblematiek en kregen klinische schematherapie. De behandelfocus was zowel afname van persoonlijkheidsproblematiek als toename van functionele modi en welbevinden. Er waren vier momenten: bij 0, 6, 12 en 18 maanden waarbij het welbevinden en schemamodi werden gemeten. Deze werden geanalyseerd met een mixed-modelsanalyse.
Resultaten Welbevinden nam vanaf het begin gedurende de behandeling significant toe, maar was bij follow-up iets lager. Er werd een samenhang gevonden van de toename in welbevinden met toename van functionele modi en afname van copingmodi.
Conclusie Er zijn verschillen in de ontwikkeling van welbevinden en klachten tijdens en na klinische schematherapie. Beide hangen op een andere manier samen met veranderingen in schemamodi. Een positief psychologische benadering wordt aanbevolen als aanvulling op een klachtgerichte behandeling.