Ouderlijke steun, opvoedvertrouwen en borderlinekenmerken bij adolescenten
Achtergrond Het opvoeden van adolescenten met borderlinepersoonlijkheidsstoornis (BPS) kan uitdagend zijn, bijvoorbeeld vanwege heftige wisselingen in emoties, impulsiviteit en/of zelfdestructief gedrag. Ouders die geconfronteerd worden met uitdagend gedrag van hun kind, kunnen minder opvoedvertrouwen ervaren. Vervolgens kan dit verminderd opvoedvertrouwen de relatie tussen BPS bij adolescenten en het ervaren van minder ouderlijke steun mogelijk versterken.
Doel Verduidelijken van de mogelijke relatie tussen aan opvoeding gerelateerde factoren en BPS-kenmerken bij adolescenten.
Methode Wij onderzochten een klinische steekproef van 81 adolescenten van 13-21 jaar en hun ouders. Ouders vulden (online) vragenlijsten in over opvoedvertrouwen en adolescenten rapporteerden over ouderlijke steun en BPS-kenmerken.
Resultaten Adolescenten die minder ouderlijke steun ervoeren, rapporteerden meer BPS-kenmerken. Lager opvoedvertrouwen was niet gerelateerd aan het aantal BPS-kenmerken. Wel was meer opvoedvertrouwen gerelateerd aan (oudere) leeftijd van de adolescent. Het gecombineerde effect van opvoedvertrouwen en steun op BPS-kenmerken kon niet worden aangetoond. Conclusies Deze studie toont aan dat adolescenten in de leeftijd van 13-21 jaar met meer BPS-kenmerken minder steun van hun ouders ervaren. Opvoedvertrouwen was niet gerelateerd aan het aantal BPS-kenmerken, maar bleek wel groter bij oudere dan bij jongere adolescenten. Dit onderzoek is een eerste stap in het begrijpen van aan opvoeding gerelateerde factoren en BPS-kenmerken en kan bijdragen aan de (verdere) ontwikkeling van interventies, niet alleen voor adolescenten, maar ook voor jongvolwassenen. Longitudinaal onderzoek is nodig om meer inzicht te krijgen in de transactie tussen ouderlijke steun, opvoedvertrouwen en BPS-kenmerken bij adolescenten.