Conversie en dissociatie: samen of apart in de DSM?
Achtergrond Conversie en dissociatie hebben in hun relatie heel wat slingerbewegingen over de tijd gemaakt, tussen naar elkaar toe groeien en van elkaar weggaan. In de aanloop naar de introductie van DSM-5 werd gepleit om conversiestoornissen onder te brengen bij dissociatieve stoornissen, maar dit is niet gebeurd.
Doel Overzicht geven van de klinisch-wetenschappelijke evidentie voor de samenhang tussen conversie en dissociatie en van de recente klinische studies die beide ziektebeelden samen onderzoeken. Ook onderzoeken we belangrijkste overlappende predisponerende kenmerken en psychopathologische verklaringsmodellen van beide ziektebeelden.
Methode Literatuuronderzoek in PubMed en PsycArticles.
Resultaten Onze bevindingen bevestigen ten eerste dat er een grote comorbiditeit bestaat tussen conversieve en dissociatieve symptomen in de klinische realiteit. Ten tweede hebben beide ziektebeelden een hoge prevalentie van gerapporteerd trauma en emotiedysregulatie. Evidentie voor aanwezige biomarkers is echter nog beperkt. Ten derde zijn de onderliggende verklaringsmodellen zowel toepasbaar voor conversie als dissociatie.
Conclusie We willen het pleidooi om conversiestoornissen weer samen te brengen met de dissociatieve stoornissen onder de aandacht houden. Bovendien lijken de mogelijke aanwezigheid van trauma, de invloedrijke rol van psychosociale stressfactoren, de aanwezige psychiatrische comorbiditeit en de stijl van emotieregulatie eerder een benadering van de conversieproblematiek vanuit een biopsychosociaal dan vanuit een zuiver biomedisch perspectief te rechtvaardigen.