Risico op recidive bij patiënten met een autismespectrumstoornis in de forensische psychiatrie
Achtergrond Er is nauwelijks inzicht in de voorspellende waarde van risicofactoren en beschermende factoren voor recidive bij forensisch psychiatrische patiënten met een autismespectrumstoornis (ASS).
Doel Risicofactoren, beschermende factoren en de voorspellende waarde daarvan voor recidive vergelijken van forensisch psychiatrische patiënten met een ASS met patiënten zonder een ASS.
Methode Bij 69 patiënten, van wie 32 patiënten met een ASS, werden de scores op risico- en beschermende factoren vergeleken tussen aanvangs- en eindmeting. Van 23 van de 69 patiënten, van wie 10 patiënten met ASS, werd de recidive onderzocht en de voorspellende waarde van de factoren voor de recidive.
Resultaten Zowel de patiënten met ASS als degenen zonder ASS verbeterden significant op de gemeten risicofactoren en beschermende factoren, met uitzondering van de beschermende externe items. Hierop verslechterden de patiënten met ASS significant. De risicoperiode varieerde van 2,5 tot 4 jaar. Van de 10 patiënten met een ASS recidiveerde er 1 versus 7 van de 13 patiënten zonder ASS. De voorspellende waarde van de gebruikte risicotaxatie-instrumenten bij de aanvangsmeting was redelijk en vergelijkbaar met eerder onderzoek in forensische populaties, maar onvoldoende bij de eindmeting. Het gestructureerd klinisch eindoordeel had geen voorspellende waarde bij beide metingen.
Conclusie De uitkomsten geven, ondanks het kleine aantal deelnemers, aanleiding tot verder onderzoek naar de risico- en beschermende factoren, bruikbaarheid van risicotaxatie-instrumenten en recidive bij patiënten met een ASS.