Behoefte aan en consumptie van ggz-zorg vergeleken met somatische zorg in Nederland
Achtergrond Maatschappelijke factoren beïnvloeden gezondheidsuitkomsten en zorgconsumptie. Kwantificatie hiervan levert stuurinformatie voor regionale zorginkoop en publieke gezondheidszorg. Doel Analyseren hoe uitgaven voor ggz-zorg, medisch-specialistische zorg en huisartsenzorg zijn geassocieerd met regionale sociaal-economische en demografische factoren (SED-factoren) en hoe dit resulteert in regionale (PC3-niveau) variatie in kosten. Twee kostparameters werden onderzocht: 1. absolute kosten; en 2. relatieve kosten (of outlieraandeel), gedefinieerd als het aandeel in de kosten van outliers (afkapwaarde 80ste percentiel) per PC3-gebied, als zorgzwaarteproxy. Methode Analyse van Vektisdata over de periode 2014-2017 in de leeftijdsgroep van 18-65 jaar. Resultaten De variatie van ggz-kosten werd voor 28% verklaard door (jongere) leeftijd, stedelijkheid, PC3-etnische dichtheid en PC3-sociaal-economische index. De variatie van medisch-specialistische zorg en huisartsenzorg werd verklaard door (oudere) leeftijd. Het outlieraandeel van de kosten op PC3-niveau liep op van 34% van de huisartskosten tot 43% van medisch-specialistische kosten en 55% van de ggz-kosten. Sociaal-economische en demografische factoren verklaarden een substantieel deel van de variatie in het PC3-niveau outlieraandeel van zowel ggz (31%), medisch-specialistische zorg (43%) als huisartsenzorg (33%). Conclusie Analyse van openbare data levert regionale stuurinformatie die mogelijk kan worden gebruikt voor publieke ggz en zorginkoop, vooral in de ggz, daar zowel absolute als relatieve ggz-kosten samenhangen met het regionale sociaal-economische en demografische profiel.