Psychische zorg, stigma van psychische problemen en competentiegevoel van artsen; een onderzoek onder Vlaamse toekomstige artsen
achtergrond Stigmatisering van mensen met psychische problemen door zorgverleners vergroot de behandelingskloof van geestesziekten en de discriminatie van deze patiënten in de somatische zorg. Toekomstige artsen kunnen cruciaal zijn om deze ongelijkheden te verminderen.
doel Onderzoeken van de opvattingen die toekomstige artsen hebben over mensen met (verschillende) psychische klachten, en de relatie met hun competentiegevoel inzake behandeling van deze patiënten.
methode In april-mei 2018 kregen Vlaamse laatstejaarsstudenten geneeskunde online drie psychiatrische (en twee andere) vignetten aangeboden, telkens gevolgd door stellingen over hun houding betreffende de beschreven casus.
resultaten De respondenten dachten het vaakst over mensen met een psychische aandoening in termen van de frames ‘de reis’, ‘het mozaïek’ en ‘het monster’. Dit laatste frame kan stigma voeden; de andere kunnen het verminderen. De aandoening bepaalde in belangrijke mate de houding van de respondenten. De mate waarin respondenten ‘de reis’ en ‘het mozaïek’ overnamen, droeg bij aan hun competentiegevoelens.
conclusie Vlaamse laatstejaarsstudenten geneeskunde staan doorgaans constructief tegenover (mensen met) een psychische aandoening, al worden hun ideeën sterk bepaald door het ziektebeeld van patiënten. Media en onderwijsinstellingen moeten zich inzetten om stigma te verminderen en een zo gunstig mogelijke blik op psychische klachten te stimuleren. Stigma-reducerende houdingen dragen bij aan de competentiegevoelens van professionals t.a.v. de behandeling van patiënten met een psychische stoornis.