De impact van elektroconvulsietherapie op opnameduur bij ouderen: retrospectief dossieronderzoek
achtergrond Het verkorten van de opnameduur van oudere psychiatrische patiënten is van groot belang. De rol van elektroconvulsietherapie (ect) hierin is nog onduidelijk.
doel Exploreren van de impact van ect op opnameduur van ouderen (> 60 jaar) met een depressieve stoornis. methode Alle dossiers van patiënten met een diagnose van ernstige depressieve stoornis, ontslagen van gerontopsychiatrische afdelingen van april 2009 tot december 2017, werden verzameld. Twee groepen werden geselecteerd: zij die geen ect ontvingen hoewel beschikbaar (geen-ect-groep; n = 170) en zij die ect ontvingen binnen 3 weken na opname (ect<3wk-groep; n = 60). Als primaire uitkomstmaat werd de opnameduur gebruikt.
resultaten Er werd geen significant verschil in opnameduur gevonden tussen de geen-ect-groep en de ect<3wk-groep (gemiddelden 90,3 (sd: 109,2) en 86,4 (sd: 70,9) dagen; p = 0,798). De verdeling van diagnoses over de groepen was significant verschillend (p < 0,001) met psychotische kenmerken in 35,2% van de patiënten in de geen-ect-groep en 72% in de ect<3wk-groep. conclusie ect had geen significante invloed op de opnameduur bij ouderen met een ernstige depressieve stoornis. De duur tot de start van ect alsook de aanwezigheid van psychotische kenmerken blijken belangrijke confounders waarmee rekening gehouden moet worden in verder onderzoek.