Dilemma’s bij afbouw van anti-psychoticagebruik bij mensen met een verstandelijke beperking
achtergrond De prevalentie van antipsychoticagebruik bij mensen met een verstandelijke beperking (vb) is hoog en grotendeels offlabel voor probleemgedrag, waarbij de effectiviteit niet is bewezen. Bijwerkingen komen vaak voor. Richtlijnen adviseren passend psychofarmacagebruik met controle op effect en bijwerkingen, en afbouw bij offlabelgebruik, maar deze worden onvoldoende nageleefd. Afbouw lukt vaak niet door gedragsverslechtering, waarbij oorzaken hiervoor vaak onduidelijk zijn.
doel Een overzicht bieden van literatuur over resultaten van antipsychotica-afbouw voor probleemgedrag en determinanten hiervoor.
methode Literatuuronderzoek met Medline, Embase en Psycinfo.
resultaten Prospectieve openlabelstudies tonen dat antipsychotica-afbouw in geselecteerde populaties bij 33-40% lukt en in placebogecontroleerde studies lukte deze afbouw bij 55-82%. Gedragssymptomen gemeten met een gestandaardiseerde schaal veranderden meestal niet, noch bij succes, noch bij falen van afbouw.Gezondheidsproblemen, extrapiramidale symptomen, hogere doses antipsychotica, ernstiger probleemgedrag, autisme, mannelijke sekse bij antipsychoticagebruikers, en negatieve gevoelens over probleemgedrag, minder kennis van psychofarmaca en mannelijke sekse bij begeleiders hingen samen met een kleinere kans op afbouw.
conclusie Om resultaten van antipsychotica-afbouw te verbeteren is goede diagnostiek van onderliggende oorzaken van gedragssymptomen nodig, het betrekken van alle stakeholders, en uitbreiding van het bestaande behandelaanbod voor psychische aandoeningen bij mensen met een vb. Een gezamenlijk zorgaanbod en kennisontwikkeling van vb-zorg en ggz kan hierbij helpen.