Problemen in het begrijpen van en omgaan met anderen; relaties tussen borderlinepersoonlijkheidsproblemen en psychosociaal functioneren bij adolescenten
achtergrond Lange tijd bestonden er controverse en terughoudendheid rond het diagnosticeren van borderlinepersoonlijkheidsstoornis (bps) onder het achttiende levensjaar. Toenemende wetenschappelijke kennis heeft laten zien dat de adolescentie een belangrijke fase is in het begrijpen van deze stoornis.
doel Bijdragen aan het begrip van het ontwikkelingsverloop van bps, door onderzoek te doen naar de associaties tussen bps en het interpersoonlijk functioneren tijdens de adolescentie.
methode Onderzoeken van associaties tussen persoonlijkheid, cluster B-persoonlijkheidsproblemen en bps, evenals associaties tussen bps en het interpersoonlijk functioneren. Dit interpersoonlijk functioneren wordt nader gespecifieerd in de sociale informatieverwerking en de kwaliteit van relaties met ouders en leeftijdgenoten.
resultaten Persoonlijkheidsdimensies en sociale informatieverwerking spelen zowel onafhankelijk als samen een rol in cluster B-persoonlijkheidsstoornis en bps. Daarnaast wordt het belang van de relaties met ouders in samenhang met bps bevestigd.
conclusie Binnen klinische steekproeven van adolescenten en jongvolwassenen vonden we associaties tussen persoonlijkheidsproblemen en het psychosociaal functioneren. Hierbij werd helder dat de rol van de sociale omgeving niet eenduidig is in de ontwikkeling van bps. De beschreven resultaten onderstrepen het interpersoonlijke karakter van de stoornis bps tijdens de adolescentie.