De biografie als medicijn. De zin van levensverhalen in de zorg
Een boek over de biografische dialoog en het helende effect daarvan. Susanne Kruys gaat zo’n biografische dialoog aan met Trudy Dehue, Carlo Leget, Machteld Huber, Dirk De Wachter, Wilma Boevink en Jim van Os en aan de hand van hun levensverhaal laat zij zien hoe de biografie een bron van zingeving kan zijn.
Dit boek biedt filosofische, religieuze, kunstzinnige en menselijke bespiegelingen met het biografische verhaal, maar ook de ontmoeting daarover als verbindende factor. En verbinding is wat er nodig is want het boek staat ook vol van polariteiten waar we in ons leven mee te maken krijgen. Hebben versus zijn, objectief versus subjectief, het individuele hier versus het universele daar, boosheid versus liefde, hoofd-hart, leven en dood.
Kruys is in staat deze polariteiten zo te beschrijven dat het voelt als zijn ze onlosmakelijk met elkaar verbonden en dus ook een noodzakelijk gegeven in het leven. Polariteit niet als conflict of negatieve energie, maar als een grote uitdaging. Het in balans komen en begrijpen van de noodzaak van polariteit zou als de opdracht van het leven gezien kunnen worden. Daar zijn wijsheid en ervaring voor nodig.
Dit boek is daarom een zeer welkome aanvulling voor het vakgebied psychiatrie waar nog regelmatig spanning aanwezig is tussen verschillende werelden, achtergronden en invalshoeken en er nog onvoldoende collectieve wijsheid is om polariteit te overbruggen. Soms wil je echter te veel en te snel en heeft het overwinnen van polariteit tijd nodig.
In de biografieën van de zes geïnterviewden in dit boek wordt dit ook heel duidelijk. Tijd en ervaringen zijn nodig om te komen tot, zoals Kruys het zo mooi noemt, synchroniciteit in het leven. Het is knap hoe zij het voor elkaar heeft gekregen om de geïnterviewden zo openhartig te laten spreken. Het is haar gelukt vanuit contact te zorgen voor openheid en daarmee misschien ook het verleggen van grenzen. Na het vertellen van het biografisch verhaal ervaren allen in het boek meer empathie en mededogen met zichzelf. Dat helende effect wordt helder beschreven en is bijna voelbaar tijdens het lezen.
Ik heb het boek met veel bewondering gelezen. Wat ik herken in de reflecties van degenen met wie Kruys gesproken heeft, is de mildheid waarmee je naar jezelf kunt kijken als je jezelf in een biografisch perspectief plaatst. Ik denk aan de wijze uitspraak van documentairemaakster en mensenrechtenactiviste Deeyah Khan in haar documentaire White right; meeting the enemy (2017): ‘Onze vijanden zijn zij wiens verhaal wij niet kennen.’ Herstel, zo laat Kruys in haar boek zien, gaat over het kennen van je eigen verhaal.
F. Scheepers, hoogleraar innovatie in de ggz, Utrecht