Terugval en chroniciteit van depressieve stoornis in de algemene bevolking; resultaten van NEMESIS-2
achtergrond Het natuurlijke beloop van depressieve stoornis (mdd) en risico-indicatoren van terugval en chroniciteit van mdd kunnen het beste bestudeerd worden in een algemene bevolkingsstudie omdat dan geen duidelijke selectiebias optreedt. Zulke studies zijn echter schaars. Dit bemoeilijkt klinische besluitvorming omtrent monitoring en onderhoudsbehandeling.
doel Presenteren van bevindingen uit de Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-2 (nemesis-2) over terugval en chroniciteit van mdd in de algemene bevolking en risico-indicatoren daarvan.
methode Bij aanvang werden twee verschillende groepen respondenten geselecteerd om terugval en chroniciteit op één van de twee vervolgmetingen te onderzoeken. dsm-iv-diagnosen werden bepaald met het Composite International Diagnostic Interview (cidi) 3.0.
resultaten Van degenen met een mdd in remissie (n = 746), was het cumulatief terugvalpercentage 4,3% na 5 jaar, 13,4% na 10 jaar, en 27,1% na 20 jaar. Tijd tot terugval was geassocieerd met kwetsbaarheidskenmerken (kindermishandeling, negatieve levensgebeurtenissen en ouderlijke psychiatrische stoornissen), lichamelijke gezondheid, functioneren, klinische kenmerken van de depressie (eerdere episoden, ernst en gebruik van psychotrope medicatie), psychiatrische comorbiditeit en zorggebruik vanwege psychische problemen. Van de mensen met een actuele mdd (n = 242) kreeg 12% een chronische depressie binnen 6 jaar. Chronisch beloop was geassocieerd met vergelijkbare risico-indicatoren als van terugval, met uitzondering van kwetsbaarheidskenmerken en lichamelijke gezondheid.
conclusie Met de gevonden risico-indicatoren kunnen patiënten met een depressie worden geïdentificeerd die monitoring behoeven en mogelijk baat hebben bij preventieve interventies of onderhoudsbehandeling.