A clinician’s brief guide to the Mental Health Act (4de ed.)
De eerste uitgave van dit boekje verscheen in 2011; vijf jaar later een vierde druk wil zeggen dat er een grote vraag naar is. Dat het The Royal College of Psychiatrists is die het uitgeeft, zegt iets over de betrouwbaarheid van de inhoud, in ieder geval dat het de kritiek van de eigen beroepsvereniging kan weerstaan – te vergelijken met onze richtlijnen. Meer dan onze richtlijnen geeft deze op de praktijk gerichte brief guide juridisch houvast, in accenten (‘waar moet je op letten’) en formuleringen (‘hoe breng je dat onder woorden’).
Om de Britse Mental Health Act, onze Wet bijzondere opnemingen psychiatrische ziekenhuizen (Wet Bopz), te begrijpen is kennis van het rechtssysteem van het Verenigd Koninkrijk onontbeerlijk. Het is anders dan het onze, want mede gebaseerd op casuïstische jurisprudentie. Het VK kent enerzijds Statute laws, oftewel Parliamentary laws waarover is gestemd in het Parliament, onze Staten-Generaal, en die wetten heten dan: Acts of Parliament. Anderzijds kent het VK de Common law (of Case law), ‘common’ omdat deze overal van toepassing is in het Verenigd Koninkrijk. Het is een rechtsgebied dat voortkomt uit de principes die zijn ontstaan op grond van rechterlijke uitspraken over individuele gevallen en de onderlinge vergelijking ervan in de loop der tijd.
De kracht van dit boek is dat het werkt met een schools ‘vraag en antwoord’-model dat heel verhelderend is voor de juridische leek die de psychiater is. Het sluit aan bij de spontane vragen over de juridische context die de praktijk ons opdringt. Daarnaast maakt de redactie gebruik van probleemgericht onderwijs door basale uitgangspunten van de verschillende Acts en Case law te koppelen aan bepaalde situaties, zoals een mogelijke dwangbehandeling of wilsonbekwaamheid. Vervolgens gaat het in op de eisen waaraan men moet voldoen om een Approved Clinician te worden, dat wil zeggen de competentie hebben om handelingen binnen een juridische context te verrichten. Het boek eindigt met de richtlijnen voor professioneel optreden, die overigens meer dan onze richtlijnen verplichtend zijn.
Voor degenen die geïnteresseerd zijn in de gezondheidsrechtelijke vergelijking tussen Nederland en Engeland is deze gids een must, want actueel, helder en didactisch geschreven. Voor de praktijk alhier is de relevantie veel minder vanwege het andere rechtssysteem. Voor onze geneesheren-directeuren acht ik het verplichte kost omdat de casuïstiek niet anders is dan hier terwijl de analyses en argumenten ter zake zijn en in hun formulering zeer leerzaam om ook in Nederland zaken in perspectief te stellen.
Hjalmar van Marle, em. hoogleraar
Forensische psychiatrie, Rotterdam
Hjalmar van Marle, em. Hoogleraar forensische psychiatrie, Rotterdam