Unrepressed unconscious, implicit memory, and clinical work
Nu zelfs gerenommeerde neurowetenschappers zoals Swaab en Lamme erkennen dat er mentale processen plaatsvinden in het brein buiten het bewustzijn om mag het freudiaanse concept ‘het onbewuste’ zich weer in hernieuwde wetenschappelijke belangstelling verheugen. Redacteuren Craparo en Mucci laten in zes hoofdstukken met voor- en nawoord, een aantal psychoanalytisch georiënteerde clinici aan het woord die ook geïnteresseerd zijn in de neurobiologische onderbouwing van hun klinisch werk. Een en ander komt samen in wat sinds anderhalf decennium neuropsychoanalyse heet (Panksepp & Solms 2012).
Centraal in de betogen van Giovanni Liotti, Allan Schore, Mauro Mancia (†) en Mark Solms, naast de hoofdstukken van de redacteuren zelf, staat de psychoanalytische veronderstelling dat gedurende de fase van ontwikkeling waarover we geen geheugen hebben, de zogenaamde infantiele amnesie, ongeveer overeenkomend met de eerste drie levensjaren, het jonge kind wel degelijk gebeurtenissen onthoudt. Voor psychotherapeutisch georiënteerde clinici is dit weliswaar een open deur; echter, de wetenschappelijke onderbouwing ontbrak tot tien, vijftien jaar geleden.
Het is vooral Allan Schore die met zijn uitgebreide kennis van de neurowetenschappelijke literatuur de idee onderbouwt dat de relatie tussen de baby en de vroege verzorgers het brein van de baby in structurele zin vormt. Vooral de rechter hemisfeer is bij de geboorte voldoende ontwikkeld om met name de prosodie, het geheel van intonatie, ritme, melodie en dus emotie van de menselijke spraak, gedurende vele dagelijkse interacties op te slaan. Hierdoor leert het jonge kind, via ontelbare ervaringen met de belangrijke ander, welke vorm van regulatie het meest aangewezen is voor deze specifieke omgeving. Deze ervaringen worden, ten behoeve van de adaptatie, opgeslagen in wat nu genoemd wordt het impliciete geheugen (Jacoby & Witherspoon 1982).
Deze vroege ervaringen vormen ons als mens, zijn onbewust en zijn waarschijnlijk ook nooit bewust geweest, vandaar de term ‘unrepressed unconscious’ in de titel. Ze oefenen invloed uit op ons bestaan, zijn bepalend voor de wijze waarop we emoties hebben leren reguleren, staan centraal in de interpersoonlijke menselijke conditie en zijn vaak, ondanks de verschillen in symptomen, de onderliggende reden waarom mensen hulp zoeken.
De hoofdstukken van Mancia en Mucci werken verder uit hoe de vroege (traumatische) ervaringen zich doen gelden in het klinisch proces en dan vooral in overdracht en tegenoverdracht. Hun zienswijze is in lijn met de hedendaagse psychoanalytische inzichten die de therapeutische focus richten op het creëren van betekenis van tot dan niet-gerepresenteerde toestanden van ‘zijn met de ander’ (Levine e.a. 2013). Nog niet gerepresenteerd vanwege het niet-verdrongen onbewuste karakter ervan, zich onbewust herhalend in de relatie met de ander, wachtend op het krijgen van betekenis, die pas verleend kan worden in de behandelkamer, in de interactie met de psychoanalytisch geschoolde ander.
Craparo bespreekt aansluitend het neurowetenschappelijke verschil tussen het ‘unrepressed unconscious’ en het ‘repressed unconscious’, een concept dat vooral door vroege volgelingen van Freud verder werd uitgewerkt.
Al met al geen eenvoudige materie, maar wel belangwekkend, omdat uiteraard ook psychiatrische patiënten een onbewuste hebben. Het wordt nog een hele uitdaging dat gegeven terug te brengen in de basisconcepten van het vak. Als psychoanalyticus vind ik het een lust te zien hoe fundamenteel neurowetenschappelijk onderzoek de psychoanalyse ondersteunt.
- Jacoby LL, Witherspoon D. ‘Remembering without awareness’. Can J Psychology 1982; 36: 300-24. doi:10.1037/h0080638.
- Levine HB, Reed GS, Scarfone D. Unrepresented states and the construction of meaning; clinical and theoretical contributions. Londen: Karnac; 2013.
- Panksepp J, Solms M. What is neuropsychoanalysis? Clinically relevant studies of the minded brain. Trends Cogn Sci 2012; 16: 6-8.
Karnac,
Londen, 2017
180 pagina’s,
isbn 978-17-822-0248-6,
$ 38,66
M.G.J. Schmeets, psychiater-psychotherapeut, Driebergen