Een valide kwaliteitskader voor de ggz: van benchmark-ROM aan de achterkant naar regionale regie en cocreatie aan de voorkant
achtergrond De jaarprevalentie van psychische aandoeningen is 25%, maar de ggz-sector heeft, bij ontbreken van een publieke ggz, slechts capaciteit voor 6%. Er is geen regie over, of inzicht in, welk deel van de 25% potentiële vraag wordt geselecteerd voor verzekerde ggz-zorg, met als gevolg ondoelmatige inzet van middelen.
doel Beschrijven van een kwaliteitskader dat zich richt op de impact van de ggz op de psychische gezondheid van de hele populatie – in plaats van onwetenschappelijk benchmarken van symptomen bij een – toenemend strategisch – geselecteerde groep.
methode Analyse vanuit epidemiologisch en public-healthperspectief.
resultaten Een belangrijke kwaliteitspijler is de regionale variatie op populatieniveau. Voor dit nog onontgonnen gebied stellen wij 22 kwantitatieve kernparameters voor, onder andere patronen van psychische en somatische zorgconsumptie en ‘kruisverkeer’, farmaco-epidemiologische gegevens, indicatoren van arbeid en sociale zekerheid, mortaliteit en aantallen Bopz-maatregelen. Een andere pijler is een (simpel) systeem van onderlinge visitatie. Hiervoor benoemen wij 10 kwaliteitsparameters, die nu onzichtbaar blijven, bijvoorbeeld: principe van kleinschaligheid, toegankelijkheid, flexibele op- en afschaling van zorg, maatwerk bij complexe comorbiditeit, multideskundige personele bezetting, focus op community en relaties, beperking van administratieve lasten en aantoonbare op ervaring gebaseerde cocreatie van zorg.
conclusie Een valide kwaliteitskader kan, in combinatie met het instellen van een publieke ggz, de huidige ondoelmatigheid en kwaliteitsblindheid opheffen.