Meten van naleving van richtlijnen en behandelkwaliteit met data van routine outcome monitoring
achtergrond Richtlijnen zijn niet meer weg te denken in de behandeling van psychiatrische aandoeningen, maar het is onvoldoende duidelijk in welke mate patiënten in de dagelijkse praktijk profiteren van deze behandelingen.
doel Meten in welke mate richtlijnen in de klinische praktijk bij poliklinische patiënten met een stemmings-, angst- of somatoforme stoornis toegepast worden, met een stoornisonafhankelijke set procesindicatoren en de klinische en psychosociale correlaten van adherentie.
methode We ontwikkelden een set kwaliteitsindicatoren en testten deze gedurende drie jaar in een random geselecteerd cohort van 300 patiënten die in aanmerking kwamen voor behandeling voor een stemmings-, angst- of somatoforme stoornis bij polikliniek Rijnveste, ggz Rivierduinen. We gebruikten data uit routine outcome monitoring (rom) om risicofactoren voor non-adherentie te bepalen en om patiënten te identificeren die het risico lopen op een negatieve behandeluitkomst.
resultaten De meeste indicatoren voor adherentie waren in hoge mate positief: veel elementen van de behandeling werden volgens de richtlijnen uitgevoerd. Op twee belangrijke indicatoren was er een significant lagere score bij gecombineerde behandeling ten opzichte van alleen farmacotherapie of alleen psychotherapie. Lage therapietrouw werd onafhankelijk voorspeld door een lage score op de subschaal vitaliteit van de sf-36. Er werden geen significante verschillen in sociodemografische variabelen, comorbiditeit en scores op de bsi-subschalen gevonden wat betreft de mate van adherentie. Voorspellers voor slechte behandeluitkomsten waren o.a. een hogere leeftijd, een comorbide as I-diagnose, disfunctionele persoonlijkheidskenmerken en een lage gerapporteerde algemene gezondheidstoestand.
conclusie Evaluatie van de naleving van richtlijnen is goed uitvoerbaar met onze set procesindicatoren. Belemmerende factoren wat betreft adherentie werden adequaat opgespoord. Inzicht in factoren die therapietrouw beïnvloeden, kan helpen om het niet-naleven te voorkomen en draagt bij aan kwaliteitsverbetering van de zorg, alsmede kosteneffectiviteit.