Dokter, komt mijn geheugen terug? Elektroconvulsietherapie en cognitieve bijwerkingen in de praktijk
achtergrond Patiënten die behandeld (gaan) worden met elektroconvulsietherapie (ECT) zijn vaak bang voor cognitieve bijwerkingen.
doel Beantwoorden van vragen die patiënten en verwijzende behandelaars vaak stellen over cognitieve problemen bij ECT.
methode Bespreken van cognitieve problemen bij ECT op basis van klinische waarnemingen en literatuur.
resultaten De cognitieve problemen die ect veroorzaakt, zijn kortdurende postictale verwardheid (kort na de behandeling), anterograde en retrograde amnesie. Bij anterograde amnesie is de patiënt tot drie maanden na de behandeling tijdelijk minder goed in staat om informatie over nieuwe gebeurtenissen op te slaan. Retrograde amnesie betreft het onvermogen om informatie of procedures die voor aanvang van de ect-behandelserie opgeslagen zijn, op te diepen uit het geheugen. Het gaat daarbij om semantische geheugenproblemen (feitenkennis), episodische geheugenproblemen (niet meer kunnen opdiepen van herinneringen aan (on)persoonlijke gebeurtenissen) en procedurele geheugenproblemen (niet meer weten hoe apparaten bediend moeten worden). Het is lastig te voorspellen welke patiënten last krijgen van cognitieve problemen bij ect en in welke mate. Onderhoudsbehandeling verergert de problemen niet. Van ect-geïnduceerde retrograde amnesie lijken vooral feitelijke en autobiografische geheugenproblemen een meer blijvend karakter te hebben. Volgens de Nederlandse richtlijn voor ect moeten cognitieve bijwerkingen gemonitord worden. Door voor en na ect te monitoren, kan men de patiënt gerichter psycho-educatie bieden en eventueel gericht indicatie stellen voor een training.
conclusie Wij concluderen dat ECT-gerelateerde cognitieve bijwerkingen een belangrijk aandachtspunt zijn in de praktijk. Er is sprake van interindividuele variabiliteit en cognitieve monitoring wordt aanbevolen om het beloop te volgen en te evalueren.