Depressie en angst bij Turkse en Marokkaanse minderheidsgroepen in Nederland: prevalentie, symptomen, risico- en beschermende factoren in de algemene bevolking Een systematische review
achtergrond Psychiaters vinden het soms lastig om patiƫnten van niet-westerse afkomst met depressieve of angst-stoornissen te behandelen. Zijn bij niet-westerse allochtonen de symptomen anders, of zijn er andere oorzaken voor de klachten?
doel Een overzicht bieden van bevindingen uit bevolkingsonderzoek naar de prevalentie, symptomen, risicofactoren en beschermende factoren voor depressie en angst bij Turkse en Marokkaanse Nederlanders in vergelijking met autochtone Nederlanders.
methode Systematisch literatuuronderzoek.
resultaten Achttien publicaties werden geselecteerd, gebaseerd op negen bevolkingsstudies. De prevalentie van depressieve en angststoornissen bleek hoger in de bevolking van Turkse afkomst dan in de autochtone bevolking. Het symptoomprofiel van depressie vertoonde vooral overeenkomsten tussen de bevolkingsgroepen. Neuroticisme en somatische comorbiditeit hingen in alle bevolkingsgroepen op dezelfde manier samen met depressie. In de migrantengroepen was ervaren discriminatie een risicofactor, en participatie in de Nederlandse samenleving een beschermende factor. Actieve coping en religieuze coping waren beschermende factoren in alle bevolkingsgroepen.
conclusie De verhoogde prevalentie van depressieve en angststoornissen bij Turkse Nederlanders vraagt om nader onderzoek naar mogelijkheden tot preventie en behandeling in deze groep. Hierbij verdienen de specifieke risicofactoren onder migranten aandacht, discriminatie en beperkte sociale participatie, naast de algemene risicofactoren die overeenkomen tussen de bevolkingsgroepen.