Prolactine, antipsychotica en borstkanker: is er een verband?
achtergrond Een bekende eigenschap van antipsychotica is de neiging tot verhoging van de prolactinewaarde of hyperprolactinemie. In een toenemend aantal studies ziet men een rol van prolactine in de borstcarcinogenese, wat leidt tot bezorgdheid omtrent een mogelijk verband tussen antipsychotica en borstkanker.
doel Een overzicht geven van de huidige kennis over de relatie tussen prolactine, antipsychotica en borstcarcinogenese en de associatie tussen schizofrenie en borstkanker.
methode Literatuuronderzoek via PubMed, op zoek naar Engels- en Nederlandstalige artikelen over borstkanker(risicofactoren), prolactine, antipsychotica en schizofrenie.
resultaten Studies tonen aan dat het gebruik van antipsychotica op zich niet leidt tot een verhoogd borstkankerrisico. Bovendien lijken deze middelen geen invloed uit te oefenen op het – voor borstkanker mogelijk erg relevante – lokaal geproduceerde prolactine en hebben bepaalde antipsychotica zelfs een anticarcinogene werking. Wat het voorkomen van borstkanker bij patiënten met schizofrenie betreft, zijn de resultaten tegenstrijdig. Desondanks toont onderzoek wel een significant verhoogd aantal risicofactoren voor borstkanker (zoals ongezonde levensstijl) in deze groep aan.
conclusie Prolactineverhogende antipsychotica vertonen geen duidelijk verband met borstkanker. Toch blijft voorzichtigheid bij het voorschrijven van antipsychotica bij patiënten met borstkanker aangeraden. Daarnaast is het de taak van de clinicus om borstkankerrisicofactoren zo goed mogelijk te behandelen, vooral bij patiënten met schizofrenie.