Naturalism, interpretation, and mental disorder
Er is een groeiende belangstelling voor de filosofie van de psychiatrie. Ten eerste omdat de psychiatrie aan zichzelf twijfelt want er is momenteel geen eenduidig wetenschappelijk paradigma die haar een identiteit verschaft. Ten tweede omdat psychiaters opnieuw een groeiende belangstelling tonen voor de betekenis van symptomen. De hermeneutiek in ons vak groeit tegen de schrale achtergrond van geestdodende classificatiesystemen, richtlijnen en uitkomstmaten. Ten derde (en niet ten minste) omdat psychiaters gewoon opnieuw zelf actief willen denken over en in hun vak. Filosofie helpt daarbij. Filosofisch denken is ook geweldig bevredigend, ook al zijn er geen pasklare antwoorden.
Oxford University Press wijdt al een tiental jaar een specifieke boekenreeks aan het onderwerp psychiatrie en filosofie, opvallend herkenbaar aan de zwarte kaft met kleurrijke geel-groen-rode rastakleuren. Die verwijzing naar rasta heb ik nooit goed begrepen.
Somogy Varga (zijn naam spreekt tot de verbeelding) is een in Duitsland opgeleide onderzoeker, die tegenwoordig in Memphis (vs) werkt. Hij heeft een boeiend boek geschreven, waarin hij de epistemologische grenzen en mogelijkheden van het vak psychiatrie en psychiatrische stoornissen onderzoekt. Hij snijdt daarmee een eigentijds vraagstuk aan. ‘Medicine’s big new battleground: does mental illness really exist?’ kopte The Observer in 2013.
Het boek beslaat twee delen. Het eerste deel onderzoekt de epistemologische basis van de psychiatrie die verscheurd is door ‘mind’ en ‘brain’ en dus gedoemd is tot begrijpen én verklaren. Het tweede deel onderzoekt de ontologische basis van een psychiatrische stoornis. Bestaat een psychiatrische stoornis, en zo ja in welke vorm? In zijn boek combineert Varga handig de continentale wijsbegeerte van zijn Duitse achtergrond met de analytische wijsbegeerte van zijn Amerikaanse gastland. Het is daarom zowel bijzonder leerzaam, met diverse handige citaten van primaire auteurs, zoals bijvoorbeeld Hans-Georg Gadamer, beroemd continentaal filosoof (aan het begin van deze eeuw overleden), en Jerome C. Wakefield, invloedrijk hoogleraar Filosofie en Psychiatrie, als ook bijzonder didactisch en helder. Deze combinatie is een zeldzaamheid in de filosofie. Ik mis wel een verwijzing naar de Franse literatuur.
Varga is een ervaren auteur en biedt met dit boek opnieuw een mooi overzicht van de historische en huidige literatuur over dit belangwekkende onderwerp. Een bijzonder interessant boek voor al diegenen die op gedegen wijze willen nadenken over de aard van hun vak en zullen bijdragen aan de toekomst van de nieuwe psychiatrie.
D. Denys, psychiater, Amsterdam