Freud’s legacy in the global era
Strenger is hoogleraar Psychologie en Filosofie aan de universiteit van Tel Aviv, daarnaast is hij psychoanalyticus. Centraal in zijn visie staat de globalisering van de maatschappij met daarin de opkomst van de ict. Deze verandering dwingt ons om op een andere wijze te kijken naar ons functioneren en speciaal naar ons mentaal functioneren. De wereld is een dorp geworden en contact toenemend virtueel. Zijn boek gaat over wat de psychoanalyse aan deze veranderende wereld kan bieden. Hij stelt vast dat in vergelijking met de tijd waarin Freud zijn psychoanalyse ontwikkelde op het grensvlak van de biologie en de psychologie, de psychoanalyse gemarginaliseerd is geraakt. Hij analyseert op indringende wijze hoe dit heeft kunnen gebeuren en hoe dit om te buigen.
De wereld van vandaag wordt steeds kleiner. De informatie die tot ons komt, is overweldigend en vraagt om structurering. Contact verloopt steeds meer via de sociale media. De afstand tussen mensen is zowel groter als kleiner geworden. Globalisering vraagt om een herbezinning op de wijze waarop mensen functioneren en kan leiden tot specifieke vormen van problematiek. Daarmee komt het domein van de psychotherapie en de psychoanalyse in beeld.
Globalisering leidt ertoe dat het interpersoonlijk functioneren verandert. Wat voor modellen zijn geëigend om deze veranderende wereld en het adequaat mentaal functioneren daarbinnen te begrijpen en zo nodig bij te stellen? Dit is het focus van het nieuwe boek van Strenger.
Daarbij sluit hij aan bij de ontwikkeling van de neurowetenschappen en de neuropsychoanalyse. Hij hervat daarmee het Project for a scientific psychology van Freud (1950) om te komen tot een wetenschappelijke psychologie over het onbewuste. Dit werk van Freud is in 1895 geschreven, maar postuum uitgegeven in 1950 (een Engelse vertaling is te vinden op: http://users.clas.ufl.edu/burt/freud%20fleiss%20letters/200711781-013.pdf).
Globalisering leidt tot de opkomst van een specifiek type persoonlijkheid, met zowel sterke kanten als belemmerende kwetsbaarheden. Om de mind van deze mensen te begrijpen gaat Strenger te rade bij Freuds boek over Leonardo da Vinci (1910), waarin deze ingaat op de betekenis van het vaderloos opgroeien. Leonardo groeide de eerste 5 jaar van zijn leven vaderloos op. Het is de vaderloosheid die Strenger bepalend acht voor de wereld waarin we momenteel leven.
Strenger combineert Freuds ideeën met recente inzichten vanuit het onderzoek over de functie van de vader in de mentale ontwikkeling van kinderen. Vaderloosheid is hoe dan ook ingrijpend, maar de wijze waarop mensen daarmee omgaan, verschilt. Creativiteit en succes, maar ook zelfdestructiviteit liggen daarbij op de loer. Centraal staat de beleving niet gezien te zijn door vader als primair object, oftewel falende sensitiviteit en daarmee falende responsiviteit.
De analyses die Strenger geeft van de huidige maatschappij zijn uiterst verhelderend. Hij verlevendigt ze met mooie vignetten. Ook zijn ideeën over de rol die de psychoanalyse daarbij zou kunnen spelen, zijn aanstekelijk. Maar dat vraagt wel een herdefiniëring van het gedachtegoed door de psychoanalytische wereld. Deze dient de gegevens van de wetenschap serieus te nemen en hun theorieën in het licht daarvan bij te stellen. Strengers boek is helder, provocerend en geschreven vanuit een grote kennis van zaken.
M. de Wolf, klinisch psycholoog psychotherapeut en psychoanalyticus, Amsterdam