Enabling recovery.The principles and practice of rehabilitation psychiatry
Groot-Brittannië kent, anders dan Nederland, het specialisme rehabilitatiepsychiatrie. Daarover bracht het Royal College of Psychiatrists onlangs een lijvig handboek uit. Psychiatrische rehabilitatie kende vanaf de Tweede Wereldoorlog perioden van bloei, verval en wedergeboorte. Tegenwoordig wordt rehabilitatie gezien als een kernelement van de Britse psychiatrie. Rehabilitatie richt zich op patiënten met ernstige psychische aandoeningen en complexe zorgbehoeften. Dit handboek beschrijft een veelzijdig netwerk van zorgfuncties om hun persoonlijk, klinisch en maatschappelijk herstel mogelijk te maken. Patiënten kunnen daarin hun eigen rehabilitatiepad volgen dat uiteindelijk kan leiden tot een goed leven in de gemeenschap, zo nodig met passende ondersteuning.
In het handboek wordt psychiatrische rehabilitatie gedefinieerd, in een historische context geplaatst en vervolgens beschreven als een door waarden (afkomstig uit het denken over herstel, sociale inclusie en ‘personalisatie’) gestuurde zorgpraktijk. Daarna passeren vele relevant geachte interventies de revue: van cognitieve benaderingen tot creatieve therapieën, van gezinsinterventies tot dubbele-diagnosebehandeling en van farmacotherapie tot motiverende gespreksvoering. Ook lichten de schrijvers kernelementen van de rehabilitatiepraktijk toe: rehabilitatie-units, ambulante rehabilitatieteams, woonbegeleiding, arbeidsrehabilitatie en lotgenotensteun.
Daarnaast is er aandacht voor speciale thema’s, zoals rehabilitatie bij niet-aangeboren hersenletsel en autisme. Het boek eindigt met beschouwingen over de toekomst. Herkenbaar voor Nederland is dat samenwerking tussen uiteenlopende zorgaanbieders en -financiers in het lokale rehabilitatienetwerk als een belangrijke uitdaging wordt gezien. Verder verwachten de auteurs dat peer support een grotere rol gaat spelen in de rehabilitatiepraktijk, onder meer in door ervaringsdeskundigen gerunde recovery colleges.
In dit handboek zetten de auteurs overtuigend uiteen hoe een rehabilitatienetwerk eruit moet zien en hoe sommige patiënten baat kunnen hebben bij tijdelijke zorg in goed geoutilleerde rehabilitatieafdelingen. Zij verwijzen naar onderzoek dat laat zien dat twee derde van de patiënten binnen drie jaar de stap naar leven in de gemeenschap kan maken. Succesfactoren hierbij zijn een cultuur van empowerment, interventies die de impact van beperkingen minimaliseren en aanpassingen in de omgeving om de last van de handicap te verlichten. Verder biedt het handboek een degelijk overzicht van effectieve interventies.
De Nederlandse rehabilitatieprofessionals worden echter enigszins teleurgesteld. Enerzijds komen thema’s aan de orde die wij niet tot het domein van de rehabilitatie rekenen (o.a. risicomanagement, farmacotherapie). Anderzijds blijven enige geheide rehabilitatiethema’s onbesproken, zoals sociale relaties, studie en destigmatisering. Bovendien krijgt psychiatrische rehabilitatie qua specifieke methodische aanpak geen eigen gezicht in dit boek. Maar dat nadeel heeft wellicht ook een voordeel: zo kunnen alle ggz-disciplines hun eigen methodieken creatief inzetten om het herstel en de rehabilitatie van de patiënt te ondersteunen.
J. van Weeghel