Psychiatrische stoornissen binnen gezinnen: een integrale benadering via de familiepoli
achtergrond Psychiatrische stoornissen clusteren in families. Om de kloof tussen kinder- en jeugdpsychiatrie en volwassenenpsychiatrie te verkleinen zijn we binnen ggz inGeest gestart om ouders van aangemelde kinderen te screenen op psychiatrische stoornissen en – indien geïndiceerd – een behandeling aan te bieden op dezelfde afdeling.
doel Evalueren van de haalbaarheid en het nut van deze werkwijze. Hiertoe werd onderzocht hoeveel ouders instemmen met screening, nadere diagnostiek en behandeling, en hoeveel ouders daadwerkelijk actuele psychische klachten hebben.
methode Voorafgaand aan de intake van de kinderen werd ouders gevraagd een vragenlijst in te vullen over eigen klachten, de Adult Self Report (asr). Bij verhoogde scores werden ouders uitgenodigd voor een diagnostisch interview, bestaande uit het Composite International Diagnostic Interview en de Conners’ Adult adhd Rating Scales. Bij aanwijzingen voor psychiatrische stoornissen werd een intake voor nadere diagnostiek aangeboden en indien geïndiceerd, een behandeling.
resultaten De eerste respons was 55,7% (230 van 413 ouders) en indien deze geïndiceerd was, stemde het merendeel van de ouders in met aanvullende screening. Op de asr rapporteerden 2 op de 5 moeders (42,1%) en 1 op de 5 vaders (21,8%) klachten die kunnen duiden op een psychische stoornis. Binnen deze hoogrisicogroep had volgens het diagnostisch interview 37% van de moeders een actuele as I-stoornis (< een maand geleden), tegenover 70,6% van de vaders. Bij vrouwen kwam een stemmingsstoornis relatief gezien het meest voor en bij mannen een angststoornis. In totaal was er bij 19,1% van de gescreende ouders een actuele psychiatrische stoornis en van hen kwam 75% in zorg (behandeling op de familiepoli of verwezen).
conclusie Implementatie van de familiepoli is haalbaar, al zijn verdere inspanningen nodig om een grotere groep ouders, met name vaders, te bereiken. De familiepoli lijkt nuttig, omdat ouders met psychiatrische stoornissen die tot dan toe niet behandeld werden, worden bereikt. Om na te gaan of de parallelle behandeling van ouders en kinderen een meerwaarde heeft voor het herstel van de kinderen, is toekomstig vergelijkend onderzoek nodig.