Net voorbij de rede. Verkenningen op het grensvlak van vernuft en verbeelding
Emeritus hoogleraar Herman van Praag wijdde al meerdere publicaties aan het thema levensbeschouwing en psychiatrie. In Net voorbij de rede, dat een tweeluik vormt met Het verstand te boven (2013, door mij besproken in dit tijdschrift in 2014, p. 696-7), komt de psychiatrie niet meer expliciet aan de orde. Van Praag bespreekt dit keer op persoonlijke wijze hoe hij denkt over zijn eigen, Joodse, levensbeschouwing.
In het eerste deel behandelt hij het Oude Testament en plaatst hij enige vraagtekens bij het leven van Jezus. Centraal in die bespreking staat het ‘Sinaï-convenant’: de tien geboden. Van Praag herkent daarin de eerste formulering van universele menselijke waarden: vrijheid, respect, gelijke rechten voor ieder mens, alsook de persoonlijke en collectieve verantwoordelijkheid om die rechten te realiseren. De auteur benut een apart, stuwend genre, waarin vertelling en commentaar elkaar aflossen en aanvullen. Hij kiest in godsdienstig opzicht een onorthodox perspectief. Juist de paradoxen vindt hij fascinerend, zoals hoe koersveranderingen van de Eeuwige niet altijd spreken van almacht en alwetendheid, maar wel stimuleren tot innerlijke dialoog.
In het tweede deel bespreekt Van Praag het relationele aspect van religiositeit: het godsbeeld als aanspreekpunt voor troost en hoop. Hij is terughoudend tegenover esoterische of mystieke gezichtspunten. Kennis en dialectiek (vragen stellen!) vormen daarentegen zijn instrumentarium.
Het derde deel handelt over Van Praags ervaringen in de Tweede Wereldoorlog. Hij verbleef, tussen zijn twaalfde en vijftiende, in Kamp Barneveld, Westerbork en Theresiënstadt. Het is een verdrietig en kritisch verslag waarin ook zijn levensbeschouwing een plaats krijgt.
Op drie manieren is Net voorbij de rede tóch een boek van een psychiater. Zo passeren er diagnostische inzichten: stemmingswisselingen, paranoïdie en zelfdoding bij koning Saul; de contactgestoorde Simson die leed aan chronische verveling; en worstelde Jezus met twee identiteiten?
In de tweede plaats denkt en redeneert Van Praag als psychiater: fysieke en rationele condities van het bestaan laat hij nergens los. In psychodynamisch en godsdienstpsychologisch opzicht zou hij overigens nog verder hebben kunnen gaan, zoals over het godsbeeld.
In de derde plaats stelt Van Praag humane waarden en morele verantwoordelijkheid centraal in zijn betoog. De psychiatrie bedient zich van een kijk op hoe gedrag al of niet voldoet aan bepaalde normen. Waarden sturen die kijk in ons vak. De inmiddels 85-jarige Van Praag geeft met zijn werk een voorbeeld van een levensbeschouwelijke aanvliegroute, een zelfbevraging, met verbeelding, maar niet zonder de rede.
A. Braam