Complexe PTSS na vroegkinderlijk trauma: emotieregulatietraining als aanvulling op de PTSS-richtlijn
achtergrond Na vroegkinderlijk herhaald trauma (seksueel en/of lichamelijk) kunnen symptomen van een posttraumatische stressstoornis (ptss) worden vergezeld door problemen in o.a. emotieregulatie, interpersoonlijk functioneren en zelfbeeld. Deze zogenoemde complexe ptss gaat vaak gepaard met een comorbide persoonlijkheidsstoornis. ptss is geassocieerd met structurele en functionele afwijkingen in hersengebieden die betrokken zijn bij de emotieregulatie, maar dat is bij complexe ptss nog nauwelijks onderzocht. Experts bepleiten om bij complexe ptss voorafgaand aan verwerking eerst emotieregulatievaardigheden te trainen zoals onderbouwd door o.a. een gerandomiseerde gecontroleerde studie (rct) van Zlotnick e.a. (1997).
doel De rct van Zlotnick te repliceren in Nederland en te onderzoeken of patiënten met complexe ptss specifieke structurele en functionele hersenafwijkingen vertoonden en of psychologisch herstel samenging met normalisatie hiervan.
methode In een rct met vroeg getraumatiseerde patiënten met complexe ptss (n = 71), vergeleken we gebruikelijke individuele behandeling met additie van ‘Vroeger en verder’ (een emotieregulatietraining en cognitieve groepstherapie). Bij een subgroep (n = 33) verrichtten we tevens een (herhaalde, n = 9) mri met een emotionele geheugentaak en aandachtstaak.
resultaten Bij complexe ptss bleken de structurele afwijkingen in de hersenen omvangrijker en bleek de functionele hersenactiviteit opvallend verschillend van wat bekend is uit de ptss-literatuur na eenmalig trauma. De resultaten van de rct duidden erop dat ‘Vroeger en verder’ een klinisch betekenisvolle behandeling is, met weinig uitval, voor patiënten met complexe ptss en een diversiteit aan persoonlijkheidsproblematiek. De verbetering in de groepsbehandeling ging bovendien samen met normalisatie van hersenfunctie.
conclusie De behandelrichtlijn van ptss kan niet zonder meer worden toegepast bij complexe ptss omdat er nog onvoldoende wetenschappelijke evidentie voor deze generalisatie is. Het neurobiologische profiel van complexe ptss wijkt af van dat van ptss en lijkt gevoelig voor verbetering met emotieregulatietraining en cognitieve groepstherapie. Deze lijken een zinvolle aanvulling op de ptss-richtlijn voor deze specifieke groep. Verder onderzoek is nodig, gericht op patiënten met complexe ptss en persoonlijkheidsstoornissen.