Houding van de algemene bevolking ten opzichte van (ex-)psychiatrische patiënten; resultaten van NEMESIS-2
achtergrond In Nederland ontbreekt actuele informatie over de houding van de bevolking tegenover (ex-)psychiatrische patiënten en welke bevolkingsgroepen in het bijzonder stigmatiserende opvattingen hanteren.
doel Meten van de houding van het publiek tegenover (ex-)psychiatrische patiënten en onderzoeken of deze verschilt naar achtergrondkenmerken (demografie, eigen psychiatrische voorgeschiedenis).
methode Deze houding werd gemeten met de socialeafstandsschaal in de Netherlands Mental Health Survey and Incidence Study-2, een landelijke studie naar psychische aandoeningen in de volwassen bevolking (n = 6646; 18-64 jaar). De psychiatrische voorgeschiedenis van respondenten werd bepaald met het Composite International Diagnostic Interview 3.0.
resultaten Ruim 70% van de respondenten zei geen bezwaar te hebben een (ex-)psychiatrische patiënt als buurman, vriend of collega te hebben. De bereidheid nam echter sterk af als het ging om het accepteren van een patiënt als schoonzoon of babysitter: dan uitte een kleine 30% geen bezwaar. Een vergelijking met eerdere Nederlandse bevolkingsonderzoeken liet zien dat sinds 1987 de bereidheid (ex-)psychiatrische patiënten in het eigen leven toe te laten niet sterk verbeterd is.
conclusie Net als in de voorafgaande decennia staan de meeste Nederlanders niet afwijzend tegenover (ex-)psychiatrische patiënten, maar zijn zij wel terughoudend om hen in de privésfeer toe te laten.