De coöperatie in de publieke en semipublieke sector
Samenwerken kan leiden tot een betere dienstverlening aan de burger tegen een goede prijs, zo lees ik in het voorwoord. Het boek gaat over coöperatief ondernemerschap in de publieke en semipublieke sector. Begin 2014 werd dit boek gepresenteerd op een seminar, georganiseerd door de Vereniging Nederlandse Gemeenten en tias School for Business and Society van de Universiteit van Tilburg en de Technische Universiteit Eindhoven.
De huidige belangstelling bij o.a. gemeenten, zorg en onderwijs voor andere vormen van ondernemerschap is zeer actueel. Burgers willen steeds meer zaken zelf regelen waardoor zij minder afhankelijk zijn van de overheid en instanties. Burgerinitiatief wordt door de overheid gestimuleerd. De gemeenten staan aan de vooravond van drie grote transities, per 1 januari 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor de uitvoering van de Wet op de jeugdzorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning en de Participatiewet. De overheveling gaat gepaard met forse budgettaire korting, hetgeen noodzaakt tot anders en slimmer organiseren, stimuleren van zelfredzaamheid bij burgers en beter samenwerken tussen organisaties. Voorzichtig ontstaan initiatieven voor gezamenlijk ondernemerschap. Een van de modellen waar men voor kiest, is de coöperatieve onderneming in verenigingsverband.
Voor belangstellenden die zich willen oriënteren op deze vorm van ondernemerschap levert het boek een schat aan informatie. Hoofdstuk 1 beschrijft de inleidende verkenning van de coöperatie. In een compacte vorm van 16 pagina’s weet de lezer snel meer over wat een coöperatieve vereniging is, de rechtsvorm, besturen, financiering en lidmaatschap.
Met name voor bestuurders en beleidsmakers in de ggz heeft het boek relevantie. Er is immers in 2012 een convenant gesloten tussen ggz Nederland en het uwv om meer mensen met een ernstige psychische aandoening (epa) aan een betaalde baan te helpen. Tot nu toe laten de cijfers zien dat wij daar onvoldoende in slagen: slechts 17% van deze mensen verricht betaalde arbeid. De Multidisciplinaire richtlijn Werk en epa geeft de aanbeveling om betaald werk tot speerpunt in de epa-behandeling te maken.
Door het opzetten van op arbeid gerichte coöperatieve verenigingen, neemt naast toepassing van de methodiek van individual placement and support (ips) en inzet van jobcoaching, de kans op een betaalde baan toe. Daarnaast leent het model van de coöperatieve vereniging zich bij uitstek voor deelname door meerdere partijen, zoals cliënten, ggz, uwv en gemeente.
ggz Noord-Holland-Noord is in voorbereiding om haar eerste coöperatieve vereniging op te richten. Door het lezen van dit boek is zowel mijn kennis als enthousiasme alleen maar toegenomen.
L. d’Fonseca