Freud als filosoof. Over seksualiteit, psychopathologie en cultuur
In de proloog schetsen de twee
redacteuren de ‘bestaansredenen’ van dit boek. Hun vraag of er een eigensoortig freudiaans wijsgerig project bestaat, leidt tot hun stelling dat de freudiaanse psychoanalyse als een klinische antropologie beschouwd kan worden. De mens is een ‘tussenwezen’ tussen het pathologische en cultuur. Een inleiding van Andreas De Block, namelijk ‘Freuds antropologische wending’ vormt een grondige verkenning van Freuds stelling ‘dat de mens zelfs in wezen ziek is’ (p. 15).
klinische antropologie kan
Zoals de ondertitel aangeeft, bevat het boek drie delen.
Deel één. Seksualiteit. De centrale plaats van seksualiteit bij Freud wordt door verschillende auteurs genuanceerd belicht. Dit leidt tot diepgaande reflecties over onder andere auto-erotiek, ontwikkelingspsychologie, het onderscheid tussen normaliteit en het pathologische, de (te ruime) plaats die het Oedipuscomplex klassiek toegewezen krijgt, seksualiteit, het individu als niet integreerbaar in de ‘gemeenschapsboot’. Is de mens al bij al een ‘ziek dier’ (Nietzsche)?
Deel twee. Psychopathologie. Het belang van dit deel ligt niet enkel in de beschouwingen over ziektebeelden zoals hysterie en dwangneurose. Wel over de opvattingen die Freud huldigde over trauma en de organische grond van psychopathologie. Deze ‘must reads’ corrigeren de misvattingen die menig (niet-)analytisch denker nog … bedenkt. Hetzelfde geldt voor het concept van de ‘doodsdrift’ dat veelal verworpen wordt als een speculatief concept. De Vleminck zoekt dit concept waar het zich bevindt, namelijk in de klinische realiteit (bijvoorbeeld in de melancholie en bij de negatieve therapeutische reactie). Zonder meer een vernieuwend inzicht.
Deel drie. Cultuur. Bekende thema’s zoals sublimatie (of de onmogelijkheid ervan), religie (het is niet wat u dacht, zomaar projectie), humor en agressiviteit. Wat dit laatste betreft, blijkt dat Freud dit onvoldoende heeft kunnen doordenken en de eigenheid niet heeft kunnen vatten. Een denker als Leopold Szondi was nodig om dit mogelijk te maken.
Grote gemene deler is de pathoanalyse als ‘leesbril’ van de drie thema’s. Naar analogie van de metafoor van het kristalprincipe stelt de pathoanalyse dat psychopathologie de (problematische) existentie van de mens onthult. Anders dan de ontwikkelingspsychopathologie die het pathologische vanuit de normaliteit begrijpt, stelt de pathoanalyse dat de mens in zijn problematische zijnswijze vanuit de psychopathologie dient begrepen te worden . Terecht merkt Van Haute op dat dit precies het ‘schandaal’ van de psychoanalyse vormt …
M. Calmeyn