Inschatten en rapporteren van agressie in relatie tot persoonskenmerken van crisismedewerkers
achtergrond Onderzoek naar agressie binnen de ggz heeft zich veelal gericht op patiëntkenmerken, terwijl er nauwelijks onderzoek is gedaan naar de kenmerken van de hulpverlener in relatie tot (het rapporteren van) agressie.
doel Onderzoeken van kenmerken van medewerkers van een crisisdienst in relatie tot het rapporteren van agressie.
methode Alle medewerkers (n = 21) van de crisisdienst in de regio Uden/Veghel werd gevraagd een neo-pi-r in te vullen. Voorafgaand aan 576 outreachende contacten door de medewerkers van de crisisdienst werd daarnaast de Checklist Risico Crisisdienst ingevuld en bij eventueel agressief gedrag van de patiënt werd na het contact een soas-r ingevuld.
resultaten Er werden significante verschillen gevonden tussen medewerkers, zowel wat betreft het inschatten van de kans dat agressief gedrag tijdens het consult zou plaatsvinden, als wat betreft de frequentie van het rapporteren van agressief gedrag. Er werden aanwijzingen gevonden dat een sterkere mate van consciëntieusheid van de medewerker positief samenhangt met een hogere kans om agressie tijdens consulten te rapporteren. Altruïsme leek negatief te correleren met de inschatting vooraf van de kans dat er sprake zou zijn van agressief gedrag van de patiënt tijdens het consult.
conclusie Enerzijds kunnen mensen die hoog scoren op consciëntieusheid en daarmee nauwgezet, ordelijk en systematisch werken en zich aan de regels houden, mogelijk minder flexibel inspelen op wat er in de interactie met de patiënt gebeurt, waardoor er sneller irritatie bij de patiënt ontstaat. Anderzijds kunnen dergelijke medewerkers mogelijk de invulinstructies wanneer agressie gemeld moet worden, nauwkeuriger gevolgd hebben, waardoor zowel de inschatting vooraf op de kans op agressie, als het aantal meldingen van daadwerkelijke agressie bij hen hoger ligt.