Criminogene factoren van seksueel gewelddadige terbeschikkinggestelden
achtergrond In Nederland is tot op heden niet gepubliceerd over criminogene factoren bij subgroepen seksueel gewelddadige terbeschikkinggestelden.
doel Onderzoeken van criminogene factoren bij kindmisbruikers en verkrachters en die vergelijken met niet-seksueel gewelddadige terbeschikkinggestelden.
methode In een exploratieve studie onderzochten wij 16 kindmisbruikers, 22 verkrachters en 59 niet-seksueel gewelddadige terbeschikkinggestelden. We maakten daarbij gebruik van een risicotaxatie-instrument, een checklist voor psychopathie, Implicit Association Tests en zelfrapportagevragenlijsten.
resultaten De kindmisbruikers en verkrachters verschilden niet van elkaar in recidiverisico. De kindmisbruikers scoorden lager op psychopathie en associeerden onderdanigheid minder met seksuele aantrekkelijkheid dan de verkrachters. Bij een vergelijking van de drie groepen onderling bleek dat de kindmisbruikers en verkrachters niet significant verschilden van de niet-seksueel gewelddadige patiënten wat betreft psychopathie. Tussen de drie groepen werden ook geen verschillen gevonden in seksuele voorkeur, neuroticisme, altruïsme, woede als trek, vijandigheid en sociale vaardigheden. Wat betreft agressie scoorden de kindmisbruikers lager dan de verkrachters en de niet-seksueel gewelddadige patiënten. Daarnaast rapporteerden de kindmisbruikers meer angst bij het geven van kritiek dan de niet-seksueel gewelddadige patiënten.
conclusie Gezien de gevonden effectgroottes van de verschillen tussen de drie groepen raden wij een vervolgonderzoek met grotere groepen aan. Daarnaast adviseren wij de svr-20 nader op een valide factorstructuur te onderzoeken. Verkrachters dienen behandeld te worden voor zowel seksueel als algemeen geweld.