Schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen in de DSM-5
achtergrond In de sectie ‘psychotische stoornissen’ werden verschillende wijzigingen aangebracht bij de overgang van dsm-iv naar dsm-5. doel Bespreken en evalueren van de wijzigingen in de dsm-5-criteria voor psychotische stoornissen. methode Review mede op basis van persoonlijke ervaring in de betreffende apa-werkgroep. resultaten Het hoofdstuk ‘schizofreniespectrum en andere psychotische stoornissen’ van de dsm-5 introduceert in opzet een conceptueel continuüm van psychose, maar behelst verder slechts een aantal marginale aanpassingen, gericht op eenvoud van gebruik en measurement-based behandeling. Verder werd afstemming gezocht met de icd. De commissie was vóór naamswijziging van ‘schizofrenie’, maar verwees deze kwestie door naar de who. ‘Attenuated psychosis syndrome’ bleek te weinig empirisch ondersteund om als diagnose opgenomen te kunnen worden. De belangrijkste veranderingen betreffen afschaffing van de klassieke subtypen van schizofrenie, verheldering van beloopspecifiers, het opheffen van de uitzonderingspositie van Schneideriaanse ‘eersterangssymptomen’, en verheldering van (a) het onderscheid tussen schizofrenie en schizoaffectieve stoornis, en (b) de relatie tussen schizofrenie en katatonie. Bij de schizoaffectieve stoornis verschuift het perspectief van een episodische naar een lifetimediagnose. conclusie Ondanks de breed erkende ontoereikendheid van de klassieke categoriale benadering, en serieuze overwegingen deze te vervangen door of ten minste aan te vullen met een dimensioneel concept, bleek fundamentele vernieuwing een bridge too far.