Psychiatrische comorbiditeit bij ernstige somatoforme stoornissen in de derde lijn
achtergrond Bij de zorgtoewijzing van patiënten met somatoforme stoornissen lijkt naast de ernst van de klachten en beperkingen ook de mate van psychiatrische comorbiditeit relevant. Diverse studies in verschillende populaties met somatoforme stoornissen laten overlap met stemmings-, angst- en persoonlijkheidsstoornissen zien, maar over prevalenties bij ernstige somatoforme stoornissen in de derdelijnszorg zijn beperkte gegevens voorhanden.
doel Vaststellen van comorbiditeit van stemmings-, angst- en persoonlijkheidsstoornissen bij ernstige somatoforme stoornissen in de derde lijn.
methode Bij 340 patiënten met een somatoforme stoornis volgens de dsm-iv-tr, in afwachting van behandeling in een gespecialiseerd derdelijnscentrum, werden gestructureerde interviews naar dsm-iv-tr-as I- en as II-stoornissen afgenomen.
resultaten Bij 49,4% van de patiënten werd een stemmingsstoornis vastgesteld, bij 62,1% een angststoornis en bij 50,6% een persoonlijkheidsstoornis.
conclusie Patiënten met (ernstige) somatoforme stoornissen in de derde lijn hebben een hogere comorbiditeit van stemmings-, angst- en persoonlijkheidsstoornissen dan die eerder gevonden is voor patiënten met somatoforme stoornissen in de eerste en tweede lijn.