Leerboek transactionele analyse
In een grijs verleden heb ik een uitgebreide opleiding gevolgd in de transactionele analyse (ta). In 1985 verscheen er voor het eerst in Nederland een standaardwerk over ta (meer dan 1000 pagina’s; Kouwenhoven 1985). Nu, bijna dertig jaar later, verschijnt het Leerboek transactionele analyse. Voor mij een gelegenheid om het verleden weer eens op te halen. Ik stelde me de vraag: is het opbeurend of teleurstellend om met een oude liefde na zoveel jaar geconfronteerd te worden? Heeft die liefde nog actualiteitswaarde, weet ze nieuws
gierigheid op te roepen en heeft ze een ontwikkeling doorgemaakt?
Ik wil dit boek op de volgende criteria beoordelen. Voldoet het aan de verwachting die je van een leerboek mag hebben, namelijk dat je er voortdurend op kunt terugvallen? Kan dit boek mij overtuigen dat ta een ontwikkeling heeft doorgemaakt?
Het boek bestaat uit drie delen. In deel I passeert de theorie de revue met tien hoofdstukken waarin de basisbegrippen van de ta worden samengevat: egotoestanden, strooks , transacties, spelen, scripts, miskenning, groepen en organisaties, ethiek en supervisie. Deel ii handelt over de toepassingsgebieden van de ta: psychotherapie, counseling, management, organisatieontwikkeling en onderwijs. Deel iii bevat een uitgebreide lijst met oefeningen, die professionals kunnen gebruiken om hun eigen kennis te verdiepen.
Volgens mij voldoet dit boek wel aan de criteria van een leerboek. Alle hoofdstukken over de basisbegrippen zijn volgens hetzelfde stramien opgebouwd. De basisbegrippen worden uitgebreid beschreven, verwijzend naar recente literatuur. In elk hoofdstuk wordt in een aparte paragraaf aandacht besteed aan actuele ontwikkelingen. Deel iii bevat 40 bladzijden met oefeningen, gerangschikt naar de voorafgaande hoofdstukken. Het is een bron waar professionals in de praktijk rijkelijk uit kunnen putten, zowel voor het verkrijgen van zelfinzicht als voor het voorbereiden van workshops en cursussen.
De andere vraag: heeft dit boek nieuwswaarde voor psychiaters? Maar weinig psychiaters zijn bekend met ta. Dit boek laat zien dat dit jammer is. Het bewijst dat ta gefundeerd is in een uitgebalanceerde theorie over de persoonlijkheid en psychiatrische stoornissen en beschikt over een veelheid aan technieken gericht op persoonlijkheidsverandering. Ik betreur dat maar weinig psychiaters kennis hebben genomen van het gedachtegoed van Eric Berne (1910-1970), de grondlegger van de ta.
Berne was een Canadese psychiater met een psychoanalytische opleiding die kritiek had op het intellectualisme van de psychoanalyse en ernaar streefde om een persoonlijkheidstheorie te ontwikkelen in een taal die ook patiënten zouden kunnen begrijpen. Hij stond een behandeling voor die niet louter gericht was op verbetering van de symptomen en verlichting van lijden, maar zich zou concentreren op genezing.
De reden waarom de ta tamelijk marginaal is gebleven is een raadsel. Het vreemde is dat de schematherapie, die leentjebuur heeft gespeeld bij de ta, onder professionals in de gezondheidszorg veel bekender is geworden. Het kan vreemd lopen. Of misschien is het te verklaren vanuit het feit dat schematherapie in rct’s haar effectiviteit heeft bewezen. Het enige wat je ta zou kunnen verwijten is dat er maar weinig onderzoek naar de effectiviteit van behandelen is verricht. Jammer. Ook in dit boek is nauwelijks aandacht besteed aan wetenschappelijk onderzoek en dat is dubbel jammer.
Samengevat: een mooi naslagwerk. De auteurs zijn erin geslaagd de recente ontwikkelingen in de ta te integreren in de bestaande theorie en toegankelijk te maken voor de geïnteresseerde lezer. Ik wil het boek aanbevelen voor psychiaters in opleiding en voor supervisors in psychotherapie.
- Kouwenhoven M. TA in Nederland. Deel I, II, en III. Ermelo: Administratief Centrum; 1985.
M. Nijs